dinsdag 7 augustus 2012

Bonifacio – St. Florent (Corsica)

Na drie dagen met veel wind is het weer rustig geworden en verlaten we de haven van Bonifacio via de nauwe toegang van wit uitgesleten kalksteen.


We varen langs de westkust van Corsica naar het noorden. Onderweg zien we een zwaardvis uit het water springen. Ons doel is Campomoro, de baai is beschut voor de westenwind door een landtong waarop een mooie Genuese toren staat.
Het is diep in de baai, 60 meter, en iedereen zoekt een plekje dicht tegen de oever waar het minder diep is. Wij vinden een plekje in ruim 10 meter diep water. We hebben 60 meter ankerketting en om goed vast te liggen vieren we meestal 4x de diepte aan ketting uit.
Campomoro is een klein plaatsje, er zijn een paar restaurantjes, een gemeentehuis en een leuk klein kerkje.



Na twee dagen gaan we weer anker op en zeilen kruisend de baai uit. Er staat een aardig windje zodat we een rif in het grootzeil steken (grootzeil kleiner maken). We zeilen naar Ajaccio waar het tot diep de baai in nog steeds 500 metrer diep is. We vinden achter in de baai een ankerplekje en zien dat we tegenover een grote supermarkt liggen, wel zo gemakkelijk. Ajaccio is de hoofdstad van Corsica en de stad waar Napoleon is geboren. Het geboortehuis van Napoleon Bonaparte is nu een museum en in de stad staan diverse beelden van hem. De oude stad heeft een Genuese bouwstijl met nauwe straatjes zodat er schaduw is, wat geen overbodige luxe is in de hete zomer.



De westkust van Corsica is erg mooi maar een lastig vaargebied, de kust is erg steil en er staat snel een onaangename deining. De overheersende wind is zuidwest tot noordwest en het is dan zoeken naar een beschutte haven of ankerplaats. In Ajaccio liggen we goed beschut en wachten een rustig moment af om verder noordwaarts te varen. Na vier dagen trekken we dan ook weer verder.




We varen door de passage van het eiland Sanguinaires en Corsica door. 








Eind van de dag  ankeren we voor het mooie strand van Sagone waar we ´s-avonds genieten van een mooi optreden van een lokale muziekgroep.


Girolata is onze volgende stop, een kleine natuurlijke haven die door de hoge bergen enkel via het water is te bereiken. Achter een oud fort staan een paar huisjes en een paar eenvoudige restaurants. De haven is volgelegd met moorings waar je tegen een vergoeding gebruik van mag maken. Bij zuidwestenwind ligt de haven open en helaas krijgen wij een plekje recht voor de haveningang zodat we behoorlijk liggen te rollen en dat voor 30 euro per nacht. Het uitzicht op de mooie bergen maakt alles goed.


We passeren het natuurpark La Scandola met haar adembenemende roodgekleurde rotsen en de spectaculaire nauwe passage Ile de Gargálu. Voor de diepgang van ons schip én de zenuwen van de schipper is de doorgang net te doen bij rustig weer. We zijn niet de enigen die dit plekje ontdekt hebben, de rondvaartboten en vele jachten scheuren af en aan om de mooie rotsen te bewonderen.










Net voorbij het natuurpark La Scandola vinden we een mooi beschut ankerplekje bij het plaatsje Galéria Met de bijboot peddelen we naar het kiezelstrand en als we het plaatsje verkennen blijkt het veel meer te bieden dan we dachten en het doet erg Frans aan met een pleintje waar jeu de boules gespeeld wordt en waar lekker gebak van de patisserie te koop is. Corsica kent ook lokale lekkernijen, zo hebben Cosicanen hun eigen bier ´Pietra´, smaakt prima, lokale kaas en worst en heerlijke Canistrelli, amandelkoekjes.







Calvi mogen we niet overslaan met haar mooie citadel en gezellige haven. Omdat de haven te weinig capaciteit heeft liggen in de baai moorings, waar je tegen betaling gebruik van mag maken. Omdat het mooringgebied erg groot is ben je eigenlijk wel gedwongen hier gebruik van te maken omdat het anders erg ver varen is met de bijboot naar de stad. De moorings liggen echter te dicht op elkaar zodat de schepen tegen elkaar waaien bij draaiende wind. We hebben er een beetje de pest in dat we voor de mooring moeten betalen terwijl die niet deugt, en als we eenmaal de stad bezoeken en de hoge prijzen zien die ze hier vragen voor een drankje en het gebruik van internet hebben we het even gehad met Calvi. De toeristen worden hier duidelijk uitgemolken.
De citadel is prachtig, vooral gezien vanaf zee en in Calvi zijn lange stranden met een prachtig berglandschap op de achtergrond. Men beweert dat Columbus hier is geboren en in de stad staat aan een pleintje een mooie roze kerk, de Ste Marie Majeure.




Het blijft rustig weer en we varen verder noordwaarts naar L´Île Rousse, een stadje verscholen achter een roze rots.

L´Île Rousse is een gezellig badplaatsje met een plein, Place Paoli,  omgeven door oude platanen en palmen. Er is van alles te doen, er wordt pétanque gespeeld (jeu de boules) er is rommelmarkt en rondom café´s, restaurants en winkeltjes. Aan een kant van het plein is een overdekte markthal welke op een Griekse tempel lijkt. Er is elke ochtend verse waar te koop en er worden veel lokale producten  aangeboden.




We varen weer een stukje verder naar het mooie witte strand van Saleccia, vanaf het land bijna niet te bereiken of je moet er anderhalf uur voor lopen maar vanaf het water bij rustig weer een gewilde plek om met de boot te bezoeken. Hier liggen we weer in prachtig blauw water waar je tot op de bodem kijkt. Het is inmiddels augustus en erg druk. De Fransen, maar ook de Italianen hebben vakantie. Met hun snelle motorboten, ribs en een enkel zeilbootje hebben ze bezit genomen van de Corsicaanse kust en dit prachtige strand.

De Italianen houden van snelle boten en houden geen rekening met andere schepen. In Nederland staat iedereen te roepen als er te snel en met enige golfslag iemand langs vaart. Hier is het een doodnormale zaak en scheurt men vol gas naar de volgende bestemming. Zo ook als we op weg zijn naar St. Florent en alles voorbij scheurt. Het lijkt wel of we in een wasmachine zitten. Ook op de  ankerplek ligt iedereen te stuiteren door de golven van motorboten die langscheuren.  ´s Avonds keert de rust terug.