donderdag 23 mei 2013

Siracusa – Crotone

Siracusa is een leuke stad met een goed beschutte ankerbaai, we liggen er met een grote groep schepen die ook in Marina di Ragusa hebben overwinterd. We maken de bijboot klaar en hangen de buitenboordmotor eraan. Maar onze 3,5PK Mercury heeft er geen zin in. Wim trekt uit alle macht aan het koord maar er gebeurt niets. Roeien is geen optie want er staat wind en het is te ver roeien. Alistair van de Largo Star komt kijken, maar krijgt hem helaas ook niet aan de praat. De dag erop komen Bob en Joanie van de Nemir langs en krijgen we een lift naar de stad waar we de levendige markt bezoeken. Bob houdt wel van sleutelen en de volgende dag haalt hij onze buitenboordmotor uit elkaar. De carburateur blijkt vervuild te zijn.

Siracusa


Vismarkt Siracusa


Bob repareert bb

Met een gunstige weersvoorspelling vertrekken we zaterdag 11 mei op weg naar Crotone. Het is ruim 160 mijl varen, dus dat wordt een nachtje door. Het weerbericht voorspeld eerst weinig tot geen wind en later op de dag een noordwesten wind kracht vier tot vijf. Het eerste stuk varen we op de motor en in de loop van de middag zien we in de verte witte schuimkoppen. Binnen een paar tellen is het windkracht zes en zeilen we met een rif in het grootzeil. De beloofde noordwestenwind is echter noordoost zodat we hoog aan de wind moeten zeilen. De wind trekt verder aan, windkracht 7, en voordat het donker wordt zetten we een tweede rif in het grootzeil. ´s-Nachts trekt de wind nog verder aan, windkracht 8, en zeilen we met een wind van ruim 34 knopen met uitschieters tot 40 knopen onderlangs de laars van Italië. De zee bouwt zich op en er staat een korte zee en regelmatig krijgen we een golf over. De boot houdt zich goed maar van slapen en eten komt weinig terecht. Uitgeteld leggen we aan in Crotone, spoelen het zout van de boot en rollen in ons bedje. Tijdens het wassen van de boot ziet Jacqueline twee ogen onder de kuipvlonder, het blijkt een inktvisje te zijn dat onderweg met een golf aan boord is gespoeld.



 
 
 

Het schip is sinds ons vertrek uit Nederland niet meer op een werf geweest en na twee jaar moet het onderwaterschip schoongemaakt worden. In Crotone is een goede werf en wordt Zephyr op de kant gezet. De romp en schroef zijn flink aangegroeid en nu, na een weekje schoonmaken, schilderen en poetsen ziet ze er weer fris uit.

 
Zephyr hangt in de kraan
 

flinke aangroei
Mosselen groeien aan de scheg




















de hogedrukspuit doet wonderen

de schroef blinkt weer

romp gepoetst en onderwaterschip voorzien van antifouling