maandag 23 september 2013

Cycladen

Dinsdag 10 september, we vertrekken vroeg in de ochtend vanuit Poros voor de 45 mijl richting de Cycladen. Na alle ankerperikelen bij andere boten komt ons anker gelukkig zonder problemen omhoog. De Thala vertrekt gelijk met ons. Er is te weinig wind om te zeilen dus tuffen we op de motor naar het eiland Kithnos. Onderweg vermaken we ons met lezen en puzzelen. We zijn blij met onze electrische stuurautomaat zodat we niet steeds moeten sturen.


Thala haalt ons in



watersport en denksport gaan samen


Een paar mijl voor het eiland Kithnos passeren we een grote groep dolfijnen die in de boeggolf komen spelen, het is altijd weer een feest om ze op bezoek te krijgen.
 
 
 

 

 We ankeren in Ormos Fikiadha, een mooie baai achter een eilandje dat verbonden is door een smalle zandstrook met het eiland Kithnos. Het water is kristalhelder en we nemen een verkoelende duik in het water. Op het strand wordt een muziekinstallatie opgebouwd en we krijgen vast een voorproefje van de te produceren decibellen. Omdat we geen zin hebben in een rumoerige nacht vertrekken we even later naar het rustige havenstadje Mérikha. Thala blijft liggen en later horen we dat er een bruiloft was en harde muziek tot diep in de nacht.
 
 
 
 




Het volgende eiland is Sérifos, aan de kade van Livádhi hebben we een goede ligplaats en ontmoeten Awake en Epissure die ook vanuit Marina di Ragusa onderweg zijn naar Turkije. Samen met Melanie en Carl van de Thala huren we een auto om het eiland te verkennen. In deze tijd van het jaar is het eiland dor en kaal. De Chora (hoofdplaats) met de witte huisjes en kerkjes steekt fel af tegen de donkere bergen. Het toeristenseizoen loopt al ten einde en de stranden zijn stil. Onderweg passeren we een ommuurd klooster waar we even rondkijken. Een monnik wenkt ons, hij pakt de sleutels van de kerk en nodigt ons uit binnen een kijkje te nemen en hij biedt ons wat gesuikerd snoep aan.
 




 
 
Met een mooi windje zeilen we naar Sifnos en ankeren in Ormos Vathi. Thala maakt onderweg een paar foto´s van ons.
 

 
 
Er wordt onweer met veel wind uit het zuidwesten voorspelt en we zoeken een veilige haven. In de haven van Anti Paros liggen we prima. Er is weinig ruimte en het is ondiep in de haven, maar we zijn het enige jacht. In de haven van Anti Paros leggen de veerboten aan afkomstig van het eiland Paros.  Het stadje heeft een oude ommuurde vesting en een gezellige hoofdstraat en natuurlijk staat ook hier weer een typisch Grieks kerkje.
Het slechte weer waait grotendeels om Anti Paros heen en beperkt zich tot een klein buitje en een paar windvlagen. Het is de eerste regen sinds begin juni maar het  is niet genoeg om het zout van ons schip te spoelen.
 


 
 
 

 
Nadat de lucht weer geklaard is varen we naar de kleine Cycladen. Tussen de eilanden ontmoeten we twee marineschepen. In het haventje van Skinousa liggen al diverse schepen, het oogt niet aantrekkelijk en er loopt een beetje deining naar binnen, zodoende steken we over naar het eiland Iráklia en ankeren in de baai van Livadhi waar we rustig liggen. Ook hier zien we weer bekenden uit Marina di Ragusa, de Rio Luna. Wim zwemt er heen, drinkt een drankje aan boord, ze hebben geen zwemtrap dus hop plonst weer in het lauwe water en zwemt weer terug. Weer eens een andere manier om bij de buren op bezoek te gaan.
 
 
 
Onze volgende bestemming is Amorgos. Eerst zeilen we met een stevige wind alleen met de kluiver maar dichter bij het eiland zakt de wind in en liggen we te rollen op de golven. Het laatste stukje gaat de motor aan en varen we naar de baai van Kalotaritissa voor een lunchstop. In de naastgelegen inham ligt het wrak van de coaster Olympia die gebruikt is in de film Big Blue.
 



 
 
In de namiddag komen we aan in de haven van Kátapola, de kade ligt al aardig vol maar een behulpzame Nederlander schuift een beetje op zodat we er nog mooi tussen kunnen liggen. De andere ochtend moeten we ankerop omdat onze ketting over de ketting van het Franse jacht naast ons ligt. Hij heeft zijn anker schuin weg gelegd en bij het anker op gaan zit hun anker achter andere ankers. Nadat ook deze zijn vertrokken komen ze eindelijk weg. We ankeren opnieuw en daarna verkennen we het eiland met een auto. Het eiland is ruig en bergachtig en op het oostelijk deel lopen veel geiten. Het uitzicht is prachtig. De grote bezienswaardigheid van het eiland is het spierwitte Byzantijnse klooster Panaghia Chozoviotissa dat tegen de rotsen is gebouwd. Het dateert van 1088. Het hangt als het ware aan de steile rotswand op 300 meter hoogte. We bezoeken het klooster dat bereikbaar is na een stevige klim. Je moet wel bedekte kleding dragen en Jacqueline mag er met haar driekwartbroek niet in. De dames horen namelijk een lange rok of jurk te dragen. Ze hebben wat oude kleding hangen die oplossing biedt voor dit probleem. Het klooster is binnen erg klein, je hebt er een prachtig uitzicht over zee en we krijgen zowaar een drankje aangeboden van de monniken.
 




 
 
Amorgos is het laatste en meest oostelijke eiland van de Cycladen, we hebben ze niet allemaal gezien. In deze tijd van het jaar zijn ze kaal en dor, maar ze hebben ieder hun eigen karakter en er zijn volop mooie ankerplekken en haventjes. De Cycladen zijn berucht om de Meltemi, een krachtige  noordenwind die in de zomermaanden overheerst. Wij hadden helaas weinig of geen wind en moesten veel op de motor varen. Typerend voor de Cycladen zijn de witte huizen met blauwe luiken, de prachtige bougainville, witte kerken met blauwe koepel en de trapstraatjes. Wellicht kunnen we volgend seizoen nog een paar eilanden aandoen.
Onze volgende bestemming is Leros, een van de twaalf Dodecanesos eilanden.