vrijdag 31 augustus 2012

St. Florent (Corsica) – Ponza (Pontine eilanden Italië)

St. Florent is een levendig plaatsje waar iedereen over de boulevard flaneert, het is hier zien en gezien worden. Tegen de middag vertrekken de meeste schepen richting het mooie strand van Saleccia en eind van de middag varen ze volgas weer terug. Wie niet met eigen schip in St. Florent is kan met een van de watertaxi´s naar de mooie stranden van Corsica gebracht worden. Wij liggen voor de haven voor anker met nog naar schatting 100 andere schepen en liggen te hobbelen op de golven van de in- en uitvarende schepen.  ´s-Avonds is er live muziek in de citadel waar we vanaf de ankerplek van mee mogen genieten. Het is hard rock, niet meer onze favoriete muziek. ´s-Middags steekt er plotseling een sterke warme wind op met uitschieters van 31 knopen, op het strand zien we het zand opwaaien. Diverse schepen gaan ankerop of houden de motor bij, ons bijbootje waait ondersteboven, gelukkig hangt de buitenboordmotor er niet aan. Een ander schip is minder gelukkig   bijboot met buitenboordmotor belanden ondersteboven in het water, een uurtje later heeft hij hem weer aan de praat. Een andere ´buurboot´ wil als het weer wat rustiger is geworden de buitenboordmotor er weer aanhangen, de man beland met motor en al in het water. Als hij weer boven komt heeft hij de buitenboordmotor nog steeds in zijn handen. Dat is op zich best knap maar hij krijgt hem niet meer aan de praat dus dat wordt roeien naar de wal. 


Woensdag 8 augustus gaan we ankerop en ronden Cape Corse, het noordelijkste puntje van Corsica. De kaap is berucht om de sterke wind die rond het eiland waait. Wij hebben gelukkig rustig weer en moeten zelfs de motor gebruiken.



We ankeren bij de Baie de Tamarone, net voorbij Ile Finocchiarole een rots met een oude vervallen Genuese toren. Op het strand is een restaurantje waar ´s-avonds een feest is met mooie Corsicaanse volksmuziek, het lijkt een beetje op de Portugese Fado.


We staan voor een lastige keuze, gaan we verder langs de kust van Corsica en Sardinië of steken we over via Elba naar de kust van het Italiaanse vasteland. Het wordt Elba, dit is vanuit de Baie de Tamarone een afstand van een kleine 40 mijl. Eenmaal een paar mijl uit de kust van Corsica steekt er een stevige wind op en stuiven we naar het eiland waar Napoleon ooit naar verbannen is. Omdat de wind noordwest is ankeren we aan de zuidkant van Elba bij het plaatsje Marina di Campo. Het is een erg leuk plaatsje waar vooral  Italianen vakantie houden. Er wordt volop geflaneerd op de boulevard en de Italianen zien er graag goed uit. We eten een pizza met een karaf wijn, bier is hier duurder dan wijn, en genieten van de live muziek bij een barretje en de gezelligheid op straat.Om 12.00 uur `s-nachts gaan we weer terug naar ons bootje.




Er wordt zuiden wind voorspelt en na twee dagen kiezen we een andere ankerplaats in de beschutte baai van Porto Azzurro. Onderweg passeren we de ertsmijnen, ze zijn niet meer in gebruik en er rest nu enkel nog wat schroot. Volgens de pilot kan door het aanwezige ijzer in de rotsen de kompassen van passerende schepen afwijken, we checken het even maar ons kompas, waar we weinig op kijken door de GPS, blijft het goed doen.


In de baai van Porto Azzurro is zowaar gratis Wifi  zodat we kunnen skypen en we uitgebreid contact met het thuisfront hebben. Het is vakantietijd en ook hier is het vooral ´s-avonds druk in het plaatsje en is er volop muziek en gezelligheid. We ontdekken in een klein zijstraatje een self service wasserette zodat we de was weer kunnen doen.



15 augustus gaan we weer anker op en zeilen naar Isola Giglio. Onderweg slaat de bilgepomp aan, we hebben lekkage bij de schroefas. Onze schroefas is vetgesmeerd en hoort een paar druppels te lekken, maar nu stroomt het water met een straaltje naar binnen. Wim gaat op onderzoek uit en ligt twee uur te sleutelen terwijl Jacqueline verder zeilt. De bouten van de pakkingdrukker zijn losgetrild en het vetkoord dat dienst doet als pakking ligt onderin de bilge. Alles zit onder het vet en Wim weet het voorlopig te repareren, hij houdt wel wat onderdelen over dus daar moet nog eens beter naar gekeken worden. Terwijl Wim binnen de pakking van de schroefas opnieuw monteert roept Jacqueline ineens, oh een walvis! Een walvis van wel 20 meter kruist onze route en duikt een keer of 6 op en zwemt onder ons door, een machtig gezicht.
Even later doemt Isola Giglio op en al snel zien we het wrak van het cruiseschip Costa Concordia. Een akelige en trieste aanblik van een enorm schip. We ankeren net voorbij de rotsen waar het schip zich heeft lekgevaren, onbegrijpelijk dat het schip hier is gestrand zo dicht onder de kust.


De andere ochtend is de wind gedraaid en loopt de deining de ankerplek in. Het is 7.00 uur ´s ochtends en we vertrekken snel. Eenmaal onderweg wordt het grijs en buien met wind trekken over. Het is ongezellig weer en de wind is tegen, onze bestemming Civitavechia is niet bezeild en we besluiten onze koers te verleggen naar Porto Ercole. In de loop van de dag klaart het weer op en kunnen we ankeren voor een uitgestrekt strand een stukje voorbij de haven. Rond de haven van Ercole staan diverse forten en de Koninklijke familie heeft hier een vakantieverblijf.




De volgende ochtend vertrekken we met een mooi windje richting Civitavecchia, blij dat we de vorige dag in Ercole gestopt zijn. Net voorbij Civitavecchia om Capo Linaro vinden we beschutting tegen de noordwesten deining en ankeren net voorbij de haven van Santa Marinella. Volgens de pilot zou de bodem zand en modder zijn, het blijken echter enkel keien te zijn.


Het is ´s-nachts erg warm, in de boot is het 30 graden en de muggen weten ons te vinden, vooral Jacqueline is erg in trek bij de muggen. De andere ochtend worden we vroeg gewekt door de golven van vissersboten. We verlangen dan ook wel eens naar ons bedje thuis, in het koude Nederland. Met een rustige wind zeilen we verder naar Ostia een grote marina dicht bij Rome. We kunnen onze watertanks weer vullen en het schip een flinke wasbeurt geven. Na een vergeefse poging een monteur te vinden voor de afdichting van de schroefas besluit Wim de pakking zelf nog eens opnieuw te monteren, deze keer lukt het beter en zit alles weer goed.

Het is 35 graden en klef, we vinden het te heet om Rome te bezoeken. We zijn er al eens eerder geweest en hadden het heel graag nog een keer gezien. Wie weet nog een andere keer. We trekken weer verder, op het water met een zeewindje is het beter uit te houden dan op de wal. We zeilen naar Anzio waar in de tweede wereldoorlog de geallieerden zijn geland en van daar uit naar Rome zijn getrokken. Als wij voor het strand ankeren is de sfeer beter, of toch niet? Het is donker en we zitten in de kuip te genieten van ons gebruikelijke kopje espresso na het eten, komt er een grijs patrouilleschip op ons afvaren met vier of vijf geuniformeerde bemanningsleden aan boord. Ze schijnen met een schijnwerper in ons gezicht wat ons compleet verblind. Het is de Guardia Finance, we horen ´ Medemblik  Zephyr ´ dat op de romp staat. Ze gaan weer verder en controleren twee Italiaanse jachten waar ze per jacht ruim een uur aan boord zijn.



We verlaten het vaste land van Italië en zeilen naar de Pontine eilanden. Het eerste eiland dat we aandoen is Isola Palmarola met haar mooie rotskust, witte steille kliffen en helder water.












Het volgende eiland Isola Ponza is ongeveer vier mijl varen. We varen rond het eiland met haar spectaculaire kust en maken veel foto´s, hieronder een kleine selectie uit de 100 foto´s die we hebben gemaakt.












dinsdag 7 augustus 2012

Bonifacio – St. Florent (Corsica)

Na drie dagen met veel wind is het weer rustig geworden en verlaten we de haven van Bonifacio via de nauwe toegang van wit uitgesleten kalksteen.


We varen langs de westkust van Corsica naar het noorden. Onderweg zien we een zwaardvis uit het water springen. Ons doel is Campomoro, de baai is beschut voor de westenwind door een landtong waarop een mooie Genuese toren staat.
Het is diep in de baai, 60 meter, en iedereen zoekt een plekje dicht tegen de oever waar het minder diep is. Wij vinden een plekje in ruim 10 meter diep water. We hebben 60 meter ankerketting en om goed vast te liggen vieren we meestal 4x de diepte aan ketting uit.
Campomoro is een klein plaatsje, er zijn een paar restaurantjes, een gemeentehuis en een leuk klein kerkje.



Na twee dagen gaan we weer anker op en zeilen kruisend de baai uit. Er staat een aardig windje zodat we een rif in het grootzeil steken (grootzeil kleiner maken). We zeilen naar Ajaccio waar het tot diep de baai in nog steeds 500 metrer diep is. We vinden achter in de baai een ankerplekje en zien dat we tegenover een grote supermarkt liggen, wel zo gemakkelijk. Ajaccio is de hoofdstad van Corsica en de stad waar Napoleon is geboren. Het geboortehuis van Napoleon Bonaparte is nu een museum en in de stad staan diverse beelden van hem. De oude stad heeft een Genuese bouwstijl met nauwe straatjes zodat er schaduw is, wat geen overbodige luxe is in de hete zomer.



De westkust van Corsica is erg mooi maar een lastig vaargebied, de kust is erg steil en er staat snel een onaangename deining. De overheersende wind is zuidwest tot noordwest en het is dan zoeken naar een beschutte haven of ankerplaats. In Ajaccio liggen we goed beschut en wachten een rustig moment af om verder noordwaarts te varen. Na vier dagen trekken we dan ook weer verder.




We varen door de passage van het eiland Sanguinaires en Corsica door. 








Eind van de dag  ankeren we voor het mooie strand van Sagone waar we ´s-avonds genieten van een mooi optreden van een lokale muziekgroep.


Girolata is onze volgende stop, een kleine natuurlijke haven die door de hoge bergen enkel via het water is te bereiken. Achter een oud fort staan een paar huisjes en een paar eenvoudige restaurants. De haven is volgelegd met moorings waar je tegen een vergoeding gebruik van mag maken. Bij zuidwestenwind ligt de haven open en helaas krijgen wij een plekje recht voor de haveningang zodat we behoorlijk liggen te rollen en dat voor 30 euro per nacht. Het uitzicht op de mooie bergen maakt alles goed.


We passeren het natuurpark La Scandola met haar adembenemende roodgekleurde rotsen en de spectaculaire nauwe passage Ile de Gargálu. Voor de diepgang van ons schip én de zenuwen van de schipper is de doorgang net te doen bij rustig weer. We zijn niet de enigen die dit plekje ontdekt hebben, de rondvaartboten en vele jachten scheuren af en aan om de mooie rotsen te bewonderen.










Net voorbij het natuurpark La Scandola vinden we een mooi beschut ankerplekje bij het plaatsje Galéria Met de bijboot peddelen we naar het kiezelstrand en als we het plaatsje verkennen blijkt het veel meer te bieden dan we dachten en het doet erg Frans aan met een pleintje waar jeu de boules gespeeld wordt en waar lekker gebak van de patisserie te koop is. Corsica kent ook lokale lekkernijen, zo hebben Cosicanen hun eigen bier ´Pietra´, smaakt prima, lokale kaas en worst en heerlijke Canistrelli, amandelkoekjes.







Calvi mogen we niet overslaan met haar mooie citadel en gezellige haven. Omdat de haven te weinig capaciteit heeft liggen in de baai moorings, waar je tegen betaling gebruik van mag maken. Omdat het mooringgebied erg groot is ben je eigenlijk wel gedwongen hier gebruik van te maken omdat het anders erg ver varen is met de bijboot naar de stad. De moorings liggen echter te dicht op elkaar zodat de schepen tegen elkaar waaien bij draaiende wind. We hebben er een beetje de pest in dat we voor de mooring moeten betalen terwijl die niet deugt, en als we eenmaal de stad bezoeken en de hoge prijzen zien die ze hier vragen voor een drankje en het gebruik van internet hebben we het even gehad met Calvi. De toeristen worden hier duidelijk uitgemolken.
De citadel is prachtig, vooral gezien vanaf zee en in Calvi zijn lange stranden met een prachtig berglandschap op de achtergrond. Men beweert dat Columbus hier is geboren en in de stad staat aan een pleintje een mooie roze kerk, de Ste Marie Majeure.




Het blijft rustig weer en we varen verder noordwaarts naar L´Île Rousse, een stadje verscholen achter een roze rots.

L´Île Rousse is een gezellig badplaatsje met een plein, Place Paoli,  omgeven door oude platanen en palmen. Er is van alles te doen, er wordt pétanque gespeeld (jeu de boules) er is rommelmarkt en rondom café´s, restaurants en winkeltjes. Aan een kant van het plein is een overdekte markthal welke op een Griekse tempel lijkt. Er is elke ochtend verse waar te koop en er worden veel lokale producten  aangeboden.




We varen weer een stukje verder naar het mooie witte strand van Saleccia, vanaf het land bijna niet te bereiken of je moet er anderhalf uur voor lopen maar vanaf het water bij rustig weer een gewilde plek om met de boot te bezoeken. Hier liggen we weer in prachtig blauw water waar je tot op de bodem kijkt. Het is inmiddels augustus en erg druk. De Fransen, maar ook de Italianen hebben vakantie. Met hun snelle motorboten, ribs en een enkel zeilbootje hebben ze bezit genomen van de Corsicaanse kust en dit prachtige strand.

De Italianen houden van snelle boten en houden geen rekening met andere schepen. In Nederland staat iedereen te roepen als er te snel en met enige golfslag iemand langs vaart. Hier is het een doodnormale zaak en scheurt men vol gas naar de volgende bestemming. Zo ook als we op weg zijn naar St. Florent en alles voorbij scheurt. Het lijkt wel of we in een wasmachine zitten. Ook op de  ankerplek ligt iedereen te stuiteren door de golven van motorboten die langscheuren.  ´s Avonds keert de rust terug.