zondag 30 september 2012

Catania - Siracusa (Sicilië)


Vanuit Catania is er een goede busverbinding naar Taormina. We hebben er onderweg weliswaar geankerd maar er was geen goede gelegenheid om daar aan de wal te gaan en de boot achter te laten. Het stadje ligt op een 225 meter hoog plateau aan de voet van de Monte Tauro boven de prachtige baai waar we een paar dagen geleden geankerd hebben. Het stadje werd 400 jaar voor de jaartelling al bewoond door de Grieken. Het is hier supertoeristisch en dus druk in de leuke smalle straatjes maar zodra je een zijstraatje induikt loop je ineens helemaal alleen. De belangrijkste bezienswaardigheid is het beroemde Griekse theater. De Grieken hebben het theater 300 jaar voor Christus gebouwd en de Romeinen hebben het later grondig verbouwd. Door de ingestorte toneelwand hebben we een fantastisch uitzicht op de Etna en de kust.
 Taormina Bay

Piazza Nove Aprile

 

Grieks theater Taormina


Zondag 23 september vertrekken we uit Catania en kunnen lekker zeilen. Het is zo´n 30 mijl naar Siracusa maar de wind draait iets en we moeten steeds meer afvallen richting kust. We halen de landtong niet die we moeten ronden en besluiten te ankeren bij Brùcoli waar we recht op af koersen. Het is een leuke ankerplek waar veel Italianen de zondag doorbrengen met ankeren en zwemmen. Hier in de namiddag ook weer het inmiddels bekende gescheur met bootjes en ´s avonds keert de rust weer terug en blijven we met twee boten over. De volgende ochtend gaan we weer ankerop en varen naar Siracusa. Onderweg passeren we een wrak dat keurig tegen de kust terecht is gekomen. Er ligt een oliescherm omheen, verder is er geen beweging te zien.

 
Siracusa heeft een grote natuurlijke haven waar we goed kunnen ankeren. De haven werd al door de Grieken gebruikt en doordat in de stad een zoetwaterbron is kwamen schepen hier water halen, waaronder admiraal Nelson voor hij naar Egypte voer waar hij de slag om de Nijl zou winnen. We liggen hier met ons schip op een historische plaats. We kijken uit op het eiland Ortigia, het oudste deel van de stad. Het is allemaal mooi opgeknapt. Hier vinden we de Apollotempel die dateert uit 575 voor Christus en aan een mooi groot plein staat de dom. De dom is een opvallend bouwwerk. De dom van Siracusa is in de antieke Athenatempel gebouwd. Binnen kun je de Griekse zuilen nog zien. 
Apollo tempel
 
Op de dag dat we hier aankomen waait er een hete wind, het is 36 graden en aan de overkant van de baai ontstaat een grote brand. Doordat de wind draait liggen we ineens in de rook en waait er allemaal zwarte troep over de boot en de hele baai heen. Alle luiken moeten dicht en na een kleine twee uur draait de wind verder door. We kunnen het meeste met een zacht vegertje en blik opruimen, de buiskap en bimini hebben gelukkig nog de oorspronkelijke kleur.   
Het is een flinke wandeling door het onaantrekkelijke nieuwe stadsgedeelte naar het archeologisch park. Daar bezichtigen we het Romeinse amfitheater dat gebruikt werd voor gladiatorengevechten en wilde dierenspelen. Het dateert uit de 3e eeuw na Christus. Het ellipsvormige complex meet 140 bij 118 meter
 
 
 
 
 
Naast het Romeins amfitheater ligt het altaar van Hiëron II. Het werd tussen 241 en 215 voor Christus opgericht als openbare offerplaats. Volgens overleveringen konden op dit altaar 450 stieren tegelijk worden geofferd. Het ligt achter een hek en wat we zien is eigenlijk alleen nog de onderbouw die uitgehakt is in de kalkstenen rotsgrond. De opbouw met nissen, zuilen en beelden is helaas verdwenen. Het schijnt dat de Spanjaarden hier de stenen hebben weggehaald voor de vestingbouw op Ortigia.  
 
In de hete zon lopen we verder naar het Griekse theater dat zich eveneens in het archeologisch park bevindt. Het heeft een doorsnee van 138 meter en 42 rijen zitplaatsen die bijna geheel uit de rots zijn gehouwen. Het moet een indrukwekkend theater geweest zijn met plaats voor 15.000 toeschouwers.
 
Net naast het Griekse theater zijn de antieke steengroeven die eeuwenlang bouwmateriaal leverden voor de stad. Later werden ze berucht als gevangenis en graf voor duizenden Atheense krijgsgevangenen. Nu moeilijk voor te stellen als je hier rondwandeld in dit enige stukje schaduw van het park. De Latomia del Paridiso is de enige steengroeve die open is voor publiek, het ´´ Oor van Dyonysios ´´ is een S vormige kunstmatige grot met een geweldige akoestiek en echowerking. We lopen de grot in die 65 m lang is en 23 m hoog. Wim gaat op onderzoek uit en verdwijnt in het aardedonker, ik blijf  halverwege maar even wachten tot hij terugkomt.
 
 
Siracusa is ook bekend door de wenende Madonna. Op 29 Augustus 1953 riep Antonia Giusto, de vrouw van een arme landarbeider, tijdens haar bevalling de Heilige maagd aan. Plots zag zij het bontgekleurde gipsen Mariabeeldje boven het voeteind van haar bed wenen. De tranen bleven vloeien tot 1 september. Een wetenschappelijke commissie heeft het vocht onderzocht en verklaard dat de vloeistof van dezelfde samenstelling is als die van menselijke tranen. Er is een gigantische kerk voor gebouwd, een betonnen gevaarte waarvan we de hoge spits al bij het binnenvaren van Siracusa boven de stad zien uittorenen. Het beeldje is in een wand achter het altaar ingebouwd en wordt vereerd door duizenden pelgrims.
 
 
 
Het is weer een hele wandeling terug en we moeten eigenlijk nog boodschappen doen. We gaan eerst maar even afkoelen op een terrasje voordat we naar de supermarkt gaan. Eenmaal terug aan boord zijn we compleet uitgeteld en hebben we even genoeg oude stenen gezien.
Tijdens ons bezoek aan Siracusa vieren we Jacqueline haar 50e verjaardag. Een beetje vreemd zo ver van huis en zonder vrienden en familie. Jacqueline wordt verwend met een lekker ontbijt, een mooie armband en we lunchen uitgebreid op de wal in de antieke stad. De boot wordt gepavoiseerd en we krijgen bezoek van Bob en Connie een Canadees stel dat we kennen van onze winterstop in  Almerimar. Zij hebben ook cadeautjes meegebracht en grappig is dat ik hun oude Canadese vlag krijg, of wat er nog van over is na de Atlantische oversteek.

 
Jacqueline krijgt diverse telefoontjes, sms´s en mails en is de andere dag druk om iedereen per mail te bedanken
Het wordt steeds drukker in de baai van Siracusa. Er verzamelt zich hier een internationaal gezelschap van zeilers waarvan er veel richting Marina di Ragusa gaan voor de winterstop, zoals ook wij van plan zijn. We zijn niet het enige Nederlandse schip, de Stad Amsterdam is hier ook binnengelopen en trekt veel bekijks aan de kade.
 
 
 

 
 
 
 
 
 
 

vrijdag 21 september 2012

Lipari eilanden – Catania (Sicilië)


De voorspelde wind houdt langer aan dan in eerste instantie voorspeld is, we liggen dan ook 2 volle dagen en nachten met windkracht 7 tot 8 achter ons anker. Bij elke windvlaag checken we even of het anker het houdt en of andere schepen ook op hun plaats blijven liggen. Het is verbazend dat een anker van 25 kg. en 50 meter ketting zoveel kracht hebben en ons schip van 15 ton op zijn plaats houden. Nadat de wind is gaan liggen verkennen we Vulcano en doen wat boodschappen. Ze hebben er zelfs Hollandse beschuit, dat is iets dat we al lang niet meer gegeten hebben. De twee grootste atracties op het eiland zijn het modderbad en de rokende vulkaan. Het modderbad stinkt een uur in de wind maar het schijnt goed te zijn tegen huidproblemen. Er wordt druk gebadderd en daarna stink je nog dagen naar rotte eieren.

 

Na 5 dagen Vulcano varen we naar het eiland Lipari. We willen diesel tanken maar op zondag is de pomp gesloten. De passantensteigers zijn haast leeg, het toeristenseizoen is hier voorbij. Door de hevige regen van de afgelopen dagen zijn er straten en winkels overstroomd door modder. Het stadje ziet er zowieso wat smoezelig uit en is beslist niet het chique plaatsje wat we ervan verwacht hadden. Rondom de haven is wat vertier en de oude vestingstad met de oude dom is de beklimming waard. We willen wat eten en hangen wat rond in de stad, om een uur of half negen komt er eindelijk wat reuring en lopen de terassen vol en kunnen we aanschuiven voor een pizza.
 
 

Maandag 17 september vertrekken we richting Sicilië. We zoeken een geschikt ankerplekje bij het plaatsje Millazzo, de kust loopt hier echter heel steil af zodat dat niet lukt en we bij de haven een mooring nemen. De volgende ochtend vertrekken we vroeg voor een lange tocht door de Messina straat. Het smalste stuk van de Messina straat is slechts twee mijl breed. Het is er druk met veerboten tussen het vasteland van Italië en Sicilië. Zoals gehoopt passeert vlak voor onze boeg de oude veerboot Koningin Beatrix, die voorheen dienst deed tussen Vlissingen en Breskens.

 
Het is opletten in de  Messinastraat, het stroomt er erg hard en er zijn draaikolken. We krijgen er  bezoek van dolfijnen en we zien een zwaardvissersboot. Dit schip is speciaal uitgerust om zwaardvissen te vangen. Er staat een hoge mast op het schip van waaruit uitkijk gehouden wordt en een heel lange boegspriet die net zo lang is als het schip.
 
 
Als we eenmaal de Messina straat gepasserd zijn varen we op de Ionische zee,  ´s-Avonds ankeren we in Taormina Bay bij het plaatsje Taormina.  
ankerplek Taormina bay

 
 
De volgende dag varen we naar Riposto en hebben nu zicht op de Etna. Riposto is een smoezelige stad waar we het na een nachtje voor gezien houden en varen naar Catania. Catania is na Palermo de op een na grootste stad van Sicilië en heeft een mooi oud stadscentrum met veel barokke in lavasteen opgetrokken gebouwen. De stad ligt aan de voet van de Etna, uitbarstingen en aardbevingen hebben in het verleden veel vernield, maar er is veel opnieuw opgebouwd en bewaard gebleven. De componist Bellini is hier geboren, zijn graf is in de dom en er staan diverse beelden van hem in de stad. We hangen een dagje de toerist uit en genieten van de gezellige sfeer van de stad, die door de levenslustige inwoners en het drukke verkeer de bijnaam ´Milaan van het Zuiden´ heeft gekregen.
 
gids Jacqueline



groentewagen op drie wielen
 

donderdag 13 september 2012

Salerno – Lipari eilanden


Wim gaat afrekenen bij de haven van Salerno. Er wordt nog wat onderhandeld over de prijs. Pinnen? Nee dat kan niet, het pinapparaat is kapot. Dan maar contant, als betalingsbewijs krijgen we een geel memovelletje mee. Dat geld verdwijnt dus in de zakken van het havenpersoneel. We worden dan ook uitbundig uitgezwaaid door het havenpersoneel.

We varen zuidwaarts naar het plaatsje Agropoli. Een mooi haventje met de oude stad op een heuvel. De havenmeester haalt een boot voor ons weg zodat wij een plaatsje hebben.
 
Het weerbericht voor de volgende dagen is onbestendig met onweer. We trekken nog een stukje verder naar het plaatsje Acciaroli. Acciaroli heeft een kleine vissershaven met plek voor jachten. We krijgen een dikke mooringlijn om ons schip aan vast te leggen welke eerder geschikt is voor een visserkotter dan voor een jachtje. Gelukkig krijgen we hem nog rond de bolder belegd. Er zijn een paar leuke straatjes waar opvallend veel winkeltjes zijn. Overdag is het er stil en tegen de avond komt het een beetje tot leven. We zijn dan ook verbaasd waar al die winkeltjes van bestaan. Bij de plaatselijke bakker zien we twee dagen later nog steeds hetzelfde scheefgezakte gebakje liggen. Op woensdagavond denken we eerst dat er een feest is, maar het blijkt een herdenking te zijn van een twee jaar geleden vermoorde ex minister die uit dit dorpje komt. 



 
Na vier dagen is het weer opgeklaard en varen langs Kaap Palinuro naar het levendige plaatsje Camerota. We worden vriendelijk opgevangen, de mannen spreken geen woord Engels en wij een paar woordjes Italiaans, toch begrijpen we elkaar. ´s –Avonds arriveren er nog twee grote spiksplinternieuwe motorjachten. De bemanning knoopt een praatje aan en vinden ons schip heel erg mooi. Ze zijn op weg van de fabriek naar de bootshow in Nice. Daarna gaat het schip op transport naar Florida naar de eigenaar. Op Wim z´n vraag wat zo´n schip nou per uur verbruikt krijgen we als antwoord: vanaf de fabriek in oost Italië om de laars heen naar Nice 16.000 liter!
In deze haven breken we het record hoogste havengeld en blijven dan ook maar een nachtje.
De kust van de golf Palicastro is erg mooi met steile rotswanden en een ravijn die in zee uitmondt en grotten. Een daarvan lijkt wel een driekamerappartement.

 
Het havenplaatsje Scario ziet er schattig uit met pastelkleurige gevels en een mooi kerkje met aparte klokkentoren. ´s-Avonds is er live muziek ter ere van het feest van de geboortedag van Maria.
 
Langs de kust zouden we voor de volgende geschikte havens twee keer 50 mijl moeten afleggen, wat ons doet besluiten een lange tocht naar de Lipari eilanden te maken. Onderweg krijgen we bezoek van een paar dolfijnen. We kienen het zo uit dat we ´s-nachts het eiland Stromboli passeren. Dit eiland is een actieve vulkaan die op gezette tijden rommelt, dampt en vuur uitstoot. De laatste vreselijke uitbarsting was in 1930. Wij zien ´s-nachts boven de vulkaan een rode gloed van de lava, eigenlijk hadden we op iets meer spektakel gerekend. Na 21 uur en 100 mijl op het log laten we ons anker bij het eiland Salina vallen. We zijn toe aan een tukkie.
 
 
Salina is een eiland dat bestaat uit twee uitgedoofde vulkanen.
 
 
 
Nadat we weer wat bijgeslapen hebben zeilen we langs het eiland Lipari naar het eiland Vulcano. Ook deze vulkaan is nog actief en er komt voortdurend rook uit en af en toe zwavelstromen. We ankeren bij Porto di Levante met boven ons de Gran Cratere (391 m). Vlak bij onze ankerplek is een natuurlijk zwavelbad met modderig water van 40 graden en het stinkt hier geregeld naar rotte eieren.
 
 
 
 
 
 
 
We zijn niet de enige bezoekers van deze eilanden, de ferry´s stuiven af en aan.
 
´s-Ochtends komt er een visser langs met zijn verse vangst van de afgelopen nacht. Wim is al een echte onderhandelaar en scoort voor een mooie prijs 3 dorades. Onze eigen inspanningen om vis te vangen onderweg zijn de laatste tijd niet geslaagd dus deze visjes zullen goed smaken.
Er trekt een koufront over met verwachte windkracht 7 uit noordwest en later zuidwest. Buien met kans op onweer in de nacht. We liggen hier goed en wachten tot de depressie is overgetrokken.
 
 
 
 
 
 
 
 
 




woensdag 5 september 2012

Ponza (Pontine eilanden Italië) - Salerno


Ponza is een druk havenplaatsje, veel jachten en veerboten van het vaste land doen het eiland aan. De veerboten varen af en aan en liggen soms buiten te wachten om het kleine haventje in te varen. In het hoogseizoen is in de haven nauwelijks een ligplaats te bemachtigen. Elke steiger wordt beheerd door een Ormeggiatori, dit zijn zelfstandige ondernemers die een stuk van de haven gepacht hebben. In het hoogseizoen slaan ze hun slag en vragen de hoofdprijs voor een ligplaatsje. De Italianen betalen grif voor de schaarse plekjes en reserveren vaak vooruit voor hun vakantie. Degenen die te laat zijn of een minder dikke portemonnee hebben ankeren buiten de haven en gaan met de bijboot naar de wal. Maar dat is zelfs op Ponza een probleem omdat de Ormeggiatori zelfs voor een bijboot geld wil zien en er geen openbare steigers zijn. Wij weten uiteindelijk tussen de lokale vissers nog een plekje voor de bijboot te bemachtigen.
 
 
 

Voor de echte grote jachten is in de haven ook geen plaats, maar die hebben personeel die de gasten even naar de wal brengt.

 
 

Vanaf onze ankerplek hebben we een mooi uitzicht op de haven, en er is altijd wel wat te zien. De Guardia Finance komt met een grote boot tussen de geankerde jachten manouvreren. Een man of 8 aan boord en op het voordek staat een kanon en een mannetje met een groot schepnet aan een lange stok. Zo zien we ze onze richting op komen, gelukkig maken ze een bocht en een Italiaans jacht krijgt met het schepnet een formulier aangereikt wat ingevuld moet worden. Ondertussen blijft het schip wachten en als de formaliteiten zijn afgewerkt verdwijnen ze weer.

 

27 augustus verlaten we Ponza, varen nog eens langs de mooie kust en steken dan over naar Isola di Ventotene. Een klein eiland waar we voor het plaatsje ankeren. Om een uur ´s-nachts worden we wakker en ligt ons schip stevig te stampen achter het anker. De wind is gedraaid en toegenomen en we liggen lagerwal. Met moeite krijgen we het anker opgehaald en varen weg van de lagerwal richting Isola di Ischia. Onderweg staat er een veneinige korte golfslag en alles zit onder het zout van het opspattende water. Onder de ochtend komen we aan op Isola di Ischia, maar de beoogde ankerplek ziet er niet veel beter uit dus varen we verder richting Capri. Ook op Capri is geen fatsoenlijke ligplaats te bemachtigen dus varen we verder naar Salerno. Onderweg naar Salerno zien we overal bosbrandjes ontstaan op de berghellingen. De helikopters en blusvliegtuigen vliegen af en aan. Om half vijf lopen we dan eindelijk Salerno binnen, moe na een nacht zonder slaap en de lange tocht. We soppen en spoelen gelijk al het zout van de boot en gaan ´s avonds op zoek naar een restaurantje.

 

Vanuit Salerno is het met de trein een halfuurtje rijden naar Pompeii. De Vesuvius heeft deze stad 79 jaar na Christus bedolven met 5 tot 7 meter as en gloeiend puin. Pas in 1594 werd het weer ontdekt doordat werklui met graafwerkzaamheden op muren met wandschilderingen stuitten. In 1748 is men serieus gaan graven naar de antieke stad die men daar vermoedde. Het was een grote stad met ongeveer 10.000 inwoners. We lopen dan ook de benen van onder ons lijf om alles te bezichtigen. Gewapend met plattegrond dwalen we door de straatjes en verdwalen steeds. We verbazen ons erover dat er in die tijd zoveel voorzieningen waren en dat er nog zoveel bewaard is gebleven. De meest kostbare vondsten zijn in het nationaal museum van Napels te zien. We komen voorbij een opslag met opgegraven kruiken en voorwerpen en zien ook een paar afgietsels in gips van lijken die gevonden zijn. Alle hebben ze de handen voor de ogen.

theater


straatje in Pompeii

Forum met Vesuvius op achtergrond

Dansende Faun


muurschildering



Salerno is een grote stad en het middeleeuwse stadscentrum is een soort mini-Napels met nauwe smalle straten, gekleurde huizen met balkonnetjes gebouwd rondom de dom waar paus Gregorius VII ligt begraven. ´s Avonds barst er een hevig onweer los met een stevige plensbui. De andere dag fluit de wind door het want en is het zwaar bewolkt. De ergste hitte lijkt voorbij.