De voorspelde wind houdt langer aan dan in
eerste instantie voorspeld is, we liggen dan ook 2 volle dagen en nachten met
windkracht 7 tot 8 achter ons anker. Bij elke windvlaag checken we even of het
anker het houdt en of andere schepen ook op hun plaats blijven liggen. Het is
verbazend dat een anker van 25 kg. en 50 meter ketting zoveel kracht hebben en ons schip
van 15 ton op zijn plaats houden. Nadat de wind is gaan liggen verkennen we
Vulcano en doen wat boodschappen. Ze hebben er zelfs Hollandse beschuit, dat is
iets dat we al lang niet meer gegeten hebben. De twee grootste atracties op
het eiland zijn het modderbad en de rokende vulkaan. Het modderbad stinkt een
uur in de wind maar het schijnt goed te zijn tegen huidproblemen. Er wordt druk
gebadderd en daarna stink je nog dagen naar rotte eieren.
Na 5 dagen Vulcano varen we naar het eiland Lipari.
We willen diesel tanken maar op zondag is de pomp gesloten. De
passantensteigers zijn haast leeg, het toeristenseizoen is hier voorbij. Door
de hevige regen van de afgelopen dagen zijn er straten en winkels overstroomd
door modder. Het stadje ziet er zowieso wat smoezelig uit en is beslist niet
het chique plaatsje wat we ervan verwacht hadden. Rondom de haven is wat vertier en de oude vestingstad
met de oude dom is de beklimming waard. We willen wat eten en hangen wat rond
in de stad, om een uur of half negen komt er eindelijk wat reuring en lopen de
terassen vol en kunnen we aanschuiven voor een pizza.
Maandag 17 september vertrekken we richting
Sicilië. We zoeken een geschikt ankerplekje bij het plaatsje Millazzo, de kust
loopt hier echter heel steil af zodat dat niet lukt en we bij de haven een
mooring nemen. De volgende ochtend vertrekken we vroeg voor een lange tocht
door de Messina straat. Het smalste stuk van de Messina straat is slechts twee
mijl breed. Het is er druk met veerboten tussen het vasteland van Italië en
Sicilië. Zoals gehoopt passeert vlak voor onze boeg de oude veerboot Koningin
Beatrix, die voorheen dienst deed tussen Vlissingen en Breskens.
Het is opletten in de Messinastraat, het stroomt er erg hard en er
zijn draaikolken. We krijgen er bezoek
van dolfijnen en we zien een zwaardvissersboot. Dit schip is speciaal uitgerust
om zwaardvissen te vangen. Er staat een hoge mast op het schip van waaruit
uitkijk gehouden wordt en een heel lange boegspriet die net zo lang is als het
schip.
Als we eenmaal de Messina straat gepasserd
zijn varen we op de Ionische zee, ´s-Avonds
ankeren we in Taormina Bay bij het plaatsje Taormina.
ankerplek Taormina bay |
De volgende dag varen we naar Riposto en hebben
nu zicht op de Etna. Riposto is een smoezelige stad waar we het na een nachtje
voor gezien houden en varen naar Catania. Catania is na Palermo de op een na
grootste stad van Sicilië en heeft een mooi oud stadscentrum met veel barokke
in lavasteen opgetrokken gebouwen. De stad ligt aan de voet van de Etna, uitbarstingen
en aardbevingen hebben in het verleden veel vernield, maar er is veel opnieuw
opgebouwd en bewaard gebleven. De componist Bellini is hier geboren, zijn graf
is in de dom en er staan diverse beelden van hem in de stad. We hangen een
dagje de toerist uit en genieten van de gezellige sfeer van de stad, die door
de levenslustige inwoners en het drukke verkeer de bijnaam ´Milaan van het
Zuiden´ heeft gekregen.
gids Jacqueline |
groentewagen op drie wielen |