Vanuit Catania is er een goede busverbinding
naar Taormina. We hebben er onderweg weliswaar geankerd maar er was geen goede
gelegenheid om daar aan de wal te gaan en de boot achter te laten. Het stadje ligt
op een 225 meter hoog plateau aan de voet van de Monte Tauro boven de prachtige
baai waar we een paar dagen geleden geankerd hebben. Het stadje werd 400 jaar voor
de jaartelling al bewoond door de Grieken. Het is hier supertoeristisch en dus
druk in de leuke smalle straatjes maar zodra je een zijstraatje induikt loop je
ineens helemaal alleen. De belangrijkste bezienswaardigheid is het beroemde Griekse
theater. De Grieken hebben het theater 300 jaar voor Christus gebouwd en de
Romeinen hebben het later grondig verbouwd. Door de ingestorte toneelwand
hebben we een fantastisch uitzicht op de Etna en de kust.
Taormina Bay |
Piazza Nove Aprile |
Grieks theater Taormina |
Zondag 23 september vertrekken we uit Catania en kunnen lekker zeilen. Het is zo´n 30 mijl naar Siracusa maar de wind draait iets en we moeten steeds meer afvallen richting kust. We halen de landtong niet die we moeten ronden en besluiten te ankeren bij Brùcoli waar we recht op af koersen. Het is een leuke ankerplek waar veel Italianen de zondag doorbrengen met ankeren en zwemmen. Hier in de namiddag ook weer het inmiddels bekende gescheur met bootjes en ´s avonds keert de rust weer terug en blijven we met twee boten over. De volgende ochtend gaan we weer ankerop en varen naar Siracusa. Onderweg passeren we een wrak dat keurig tegen de kust terecht is gekomen. Er ligt een oliescherm omheen, verder is er geen beweging te zien.
Apollo tempel |
Op de dag dat we hier aankomen waait er een hete wind, het is 36 graden en aan de overkant van de baai ontstaat een grote brand. Doordat de wind draait liggen we ineens in de rook en waait er allemaal zwarte troep over de boot en de hele baai heen. Alle luiken moeten dicht en na een kleine twee uur draait de wind verder door. We kunnen het meeste met een zacht vegertje en blik opruimen, de buiskap en bimini hebben gelukkig nog de oorspronkelijke kleur.
Het is een flinke wandeling door het onaantrekkelijke nieuwe
stadsgedeelte naar het archeologisch park. Daar bezichtigen we het Romeinse
amfitheater dat gebruikt werd voor gladiatorengevechten en wilde dierenspelen.
Het dateert uit de 3e eeuw na Christus. Het ellipsvormige complex
meet 140 bij 118 meter
Naast het
Romeins amfitheater ligt het altaar van Hiëron II. Het werd tussen 241 en 215
voor Christus opgericht als openbare offerplaats. Volgens overleveringen konden
op dit altaar 450 stieren tegelijk worden geofferd. Het ligt achter een hek en
wat we zien is eigenlijk alleen nog de onderbouw die uitgehakt is in de
kalkstenen rotsgrond. De opbouw met nissen, zuilen en beelden is helaas
verdwenen. Het schijnt dat de Spanjaarden hier de stenen hebben weggehaald voor
de vestingbouw op Ortigia.
In de hete zon
lopen we verder naar het Griekse theater dat zich eveneens in het archeologisch
park bevindt. Het heeft een doorsnee van 138 meter en 42 rijen zitplaatsen die
bijna geheel uit de rots zijn gehouwen. Het moet een indrukwekkend theater
geweest zijn met plaats voor 15.000 toeschouwers.
Net naast het Griekse
theater zijn de antieke steengroeven die eeuwenlang bouwmateriaal leverden voor
de stad. Later werden ze berucht als gevangenis en graf voor duizenden Atheense
krijgsgevangenen. Nu moeilijk voor te stellen als je hier rondwandeld in dit
enige stukje schaduw van het park. De Latomia del Paridiso is de enige
steengroeve die open is voor publiek, het ´´ Oor van Dyonysios ´´ is een S
vormige kunstmatige grot met een geweldige akoestiek en echowerking. We lopen
de grot in die 65 m lang is en 23 m hoog. Wim gaat op onderzoek uit en verdwijnt
in het aardedonker, ik blijf halverwege
maar even wachten tot hij terugkomt.
Siracusa is ook
bekend door de wenende Madonna. Op 29 Augustus 1953 riep Antonia Giusto, de
vrouw van een arme landarbeider, tijdens haar bevalling de Heilige maagd aan.
Plots zag zij het bontgekleurde gipsen Mariabeeldje boven het voeteind van haar
bed wenen. De tranen bleven vloeien tot 1 september. Een wetenschappelijke
commissie heeft het vocht onderzocht en verklaard dat de vloeistof van dezelfde
samenstelling is als die van menselijke tranen. Er is een gigantische kerk voor
gebouwd, een betonnen gevaarte waarvan we de hoge spits al bij het binnenvaren van
Siracusa boven de stad zien uittorenen. Het beeldje is in een wand achter het
altaar ingebouwd en wordt vereerd door duizenden pelgrims.
Het is weer een
hele wandeling terug en we moeten eigenlijk nog boodschappen doen. We gaan
eerst maar even afkoelen op een terrasje voordat we naar de supermarkt gaan.
Eenmaal terug aan boord zijn we compleet uitgeteld en hebben we even genoeg
oude stenen gezien.
Tijdens ons
bezoek aan Siracusa vieren we Jacqueline haar 50e verjaardag. Een
beetje vreemd zo ver van huis en zonder vrienden en familie. Jacqueline wordt
verwend met een lekker ontbijt, een mooie armband en we lunchen uitgebreid op
de wal in de antieke stad. De boot wordt gepavoiseerd en we krijgen bezoek van
Bob en Connie een Canadees stel dat we kennen van onze winterstop in Almerimar. Zij hebben ook cadeautjes
meegebracht en grappig is dat ik hun oude Canadese vlag krijg, of wat er nog
van over is na de Atlantische oversteek.