zondag 18 november 2012

Noto


Ondanks het aangename weer op Sicilië heeft Jacqueline een bijholteontsteking opgelopen, na twee weken snotteren gaat het weer wat beter en maken we een uitstapje naar Noto.

Noto staat bekend als de charmantste barokstad van Sicilië. De stad staat vol met kathedralen en paleizen met mooie barokke gevels voorzien van decoratieve details. De koepel van de San Nicolo kathedraal is in 1996 ingestort en inmiddels weer hersteld. Het Palazzo Duccezio, waarin het stadhuis is gevestigd, staat tegenover de kathedraal. De gevel met zijn mooie ronde bogen en zuilen is bijzonder.




 
 
 
 
 

 
 
Op de terugweg gaan we van de hoofdweg af en rijden door het binnenland. We komen langs boomgaarden vol sinaasappels en olijven. Ook zien we een veld met een distelachtig gewas wat we eerst niet herkennen maar dat artisjokken blijken te zijn.


olijvenoogst
 
Onze mooie route eindigt bij de oude stad Ragusa Ibla, waarop we een prachtig uitzicht hebben.


Wim heeft nog een paar klusjes gedaan, de olie ververst en filters vervangen van de motor, de koelkast geïsoleerd met piepschuim en de lekkage bij het luikje boven de kombuis opgespoord. De garage van het schuifdak lekt, dit wordt nog een lastig klusje want er zal een stuk teakhout vervangen moeten worden. Voorlopig is het luik met een zeiltje afgedekt.
We hebben ook weer een potluck gehad, dit keer heeft Jacqueline Spaanse gehaktballetjes gemaakt in een tomatensaus, een lekker tapas gerecht. Ze waren snel weg dus dat is een goed teken.
 


In Marina di Ragusa hebben we een pattiseria ontdekt met overheerlijke gebakjes. Vooral op zondag is het er druk, veel Sicilianen kopen er na de hoogmis een lekker taartje.


 
 
Het smaakt naar meer .............
 
 
 

vrijdag 2 november 2012

Marina di Ragusa (Sicilië) (2)


Buongiorno

We vermaken ons best in Marina di Ragusa. We doen wat onderhoud aan het schip, de buitenboordmotor hebben we een servicebeurt gegeven, het rvs is gepoetst en de romp is  in de was gezet, Zephyr ligt weer te glimmen. De afvoer en pomp van het toilet zijn ook weer uit elkaar gehaald, gereinigd, gesmeerd en rubberen onderdelen vervangen. Altijd weer een vies klusje.
 
 
 
Op woensdagochtend volgen we Italiaanse les, het wordt door een aantal bemanningen onderling georganiseerd. De uitleg is in het Engels dus we vangen twee vliegen in een klap, zowel ons Engels als Italiaans gaan er op vooruit. Veel Sicilianen spreken enkel Italiaans, dus het is wel handig om een paar zinnetjes Italiaans te leren, en het wordt erg gewaardeerd door de Sicilianen. Gelukkig kom je met gebaren ook een eind, iets wat de Sicilianen niet vreemd is want ze staan altijd druk te gebaren tijdens een gesprek.
Met de bus is het een half uurtje rijden naar Ragusa, waar we de oude stad Ibla bezoeken. De oude stad ligt op een plateau en is door een diepe vallei gescheiden van het nieuwe stadsdeel. In de stad treffen we kronkelstraatjes en op de Piazza del Duomo staat de San Giorgio boven aan een brede trap. De kerk heeft een schitterende barokke gevel.
 
 
Ook hier treffen we weer de barokke versieringen van de balkonnen. In het mooi aangelegde stadspark, de Giardino Ibleo staan mooie palmbomen.

 
 
Elke vrijdagavond is het happy hour in de bar op de haven, er wordt muziek gemaakt en het is er gezellig. Er vertrekken veel bemanningen naar huis, die in het voorjaar weer terugkomen. De laatste avond met de bemanning van de Stortemelk  vieren we met een etentje, het wordt de Mexicaan want de meeste restaurants zijn al gesloten voor de winter.

 
 
We hebben nog steeds lekker weer, maar zo nu en dan waait het stevig en staat er een stevige branding op de kust.
 
 
Met een excursie vanuit de haven gaan we naar de Etna. De Etna is de grootste werkende vulkaan van Europa. De vulkaan is 3323 meter hoog en wordt in het Siciliaans La Mutagne (de berg) genoemd en de Sicilianen drukken daarmee zowel angst als genegenheid uit. Angst omdat de vulkaan nog geregeld uitbarst en tegelijkertijd schenkt zij vruchtbaarheid aan de omgeving. Met de bus rijden we over de gestolde lavastromen en zien een huis en kerk dat tot het dak toe is bedolven door de lava.

 
 
Eenmaal boven aangekomen wanen we ons in een maanlandschap, het is er koud en winderig. De Etna bestaat uit een centrale hoofdkrater en ongeveer 200 nevenkraters. We bezoeken de Silvester krater. Bij deze krater ligt een grote rotsblok die door de bliksem in tweeën is gespleten.

 
In Piano Provenzana op 1800 meter hoogte stopt de bus, van hieruit kun je met een lift verder omhoog maar er staat te veel wind en het is bewolkt. We bezoeken de souvenierwinkeltjes die na een uitbarsting in 2001 en 2002 opnieuw zijn opgebouwd. In de winter ligt hier sneeuw en kun je vanaf deze plek met skiliften omhoog.
 
Na de lunch rijdt de bus weer naar beneden. Wanneer de bus aan de afdaling begint stopt ze bij een bos en begint te claxoneren. De gids vertelt dat hier een drietal vossen leven en dat die tevoorschijn  komen omdat ze weten dat ze wat te eten krijgen. We denken eerst dat het een grapje is, maar na een paar minuten en af en toe claxoneren komt er ineens een vos uit de bosjes. De gids gaat naar buiten om wat eten neer te leggen wat de vos dan wegpakt op nog geen meter afstand.  

 
Op de terugweg rapen we kastanjes, die we later gaan poffen en bezoeken het stadje Zafferana Etnea waar een markt is met lokale produkten.
 
 
 
Met Carmen onze huurauto maken we een uitstapje naar Villa Romana del Casala. Het is twee uur rijden met de Panda. De wegen zijn niet altijd goed en het verbaast ons hoeveel afval er langs de weg ligt. Autorijden is een gevaarlijke bezigheid, op zee is het een stuk veiliger. De Sicilianen houden er een vreemde rijstijl op na, op tweebaans wegen halen ze in terwijl er een tegenligger aan komt, de andere auto´s wijken dan uit naar rechts en aldus ontstaat er een driebaansweg. Het is even wennen maar als je op tijd uit de kant gaat is er niks aan de hand. Het gaat helaas niet altijd goed als we naar de vele bloemstukjes in de vangrail kijken. Villa Romana di Casala is een Romeinse villa uit de laat Romeinse tijd. De villa is door een aardverschuiving bedolven en pas weer in 1950 opgegraven, waardoor de mozaïeken goed bewaard zijn gebleven. De villa is onderdeel van een veel groter landgoed en het is verbazend dat er in de 3e en 4e eeuw al zoveel luxe voorhanden was. En wist je dat er in die tijd al bikini´s waren? In de mozaïeken zijn 10 atletes afgebeeld in bikini.
gang met jachttaferelen


 
Saluti dalla Sicilia