Maandag 22 september wordt de motor en keerkoppeling nog een
keer getest en gaan we op pad naar Kassiopi. Door de stijvere trillingdempers
is het geluid van de motor anders, we moeten er nog aan wennen en hebben er nog
niet helemaal een goed vertrouwen in. In
het haventje van Kassiopi is niet veel plaats, we vinden gelukkig nog een
plekje. Er liggen hier meerdere jachten die van plan zijn naar Italië over te
steken.
Volgens de weersvoorspellingen zou woensdag een goede dag
zijn om over te steken richting Crotone, in de hak van de laars, maar later
zijn de weersvoorspellingen niet goed meer en moeten we zelfs dinsdagochtend de
haven van Kassiopi verlaten omdat bij de verwachte wind de haven niet meer
veilig is. Iedereen vertrekt en wij gaan met een harde wind terug naar Gouvia,
waar we net buiten de haven ankeren in de baai van Kammeno. Het is bij
noordenwind een goed beschutte ankerplek, maar ook hier kunnen we niet lang
blijven omdat de volgende dag de wind draait. We varen naar Corfu stad waar een
goede ankerplek is, daar ontmoeten we Chris en Sandra van de Deep Blue, die we
kennen van Marina di Ragusa. Er ligt ook nog een groot motorjacht met een helikopter
aan boord die de eigenaar naar het vliegveld brengt. Even later zien we een privé-jet
opstijgen in dezelfde kleur als de helikopter. In Corfu stad vieren we
Jacqueline haar verjaardag. We shoppen in de stad en kopen een nieuwe
zonnebril, lunchen en hebben eind van de middag een borrel aan boord samen met
Chris en Sandra.
Zaterdag 27 september zeilen
we naar de Sivota eilanden en de volgende ochtend vertrekken we om in
een keer naar Siracusa op Sicilië te zeilen. De weersvoorspelling is goed en
het belooft een mooie tocht te worden. Helaas blijft de wind uit en moeten we
de hele reis de motor gebruiken onder een bokkige zee. We worden de eerste 36
uur heen en weer gegooid en even iets te eten maken of naar het toilet is
een hele tour. De maan zakt na een paar uurtjes onder en de sterrenhemel is
prachtig. ´s-Nachts draaien we wachtjes van twee uur, er is weinig scheepvaart
en het valt niet mee om wakker te blijven tijdens de wacht. Gelukkig hoeven we
niet te sturen, de stuurautomaat is een uitkomst. Een grote groep dolfijnen
kruist onze koers en Jacqueline ziet nog een schildpad. De Italiaanse gastenvlag
gaat in het want en na 56 uur komen we aan in Siracusa met 286 mijl op het log.
Het is de derde keer dat we in Siracusa zijn. Een leuke stad
met elke dag een versmarkt, nauwe straatjes, mooie balkonnetjes en op het
Piazza del Duomo de schitterende Dom van Siracusa.
Op Sicilië is het lekkerste ijs, dat gaat er bij Wim wel in.
We blijven niet lang in Siracusa omdat het weer onbestendig
is en we willen zo snel mogelijk naar onze winterbestemming. We vertrekken naar
de zuidoostpunt van Sicilië, naar de vissershaven Porto Palo. Onderweg worden we
overvallen door een stevige bui, de wind draait tegen en trekt aan. We zetten
een rif in het grootzeil. Na een tijdje wordt de lucht steeds donkerder en
trekt de wind verder aan tot ruim veertig knopen. We houden het niet droog door het buiswater en
de regen, het gangboord staat regelmatig vol met water. De kluiver reven we
half weg en we zetten een tweede rif in
het grootzeil. Eenmaal bij Porto Palo is het gelukkig weer rustig geworden en vinden
we een goede ankerplek in de haven die geheel open ligt naar het zuiden.
3 oktober komen we aan in Marina di Ragusa. We worden
hartelijk ontvangen en na twee jaar herkent het havenpersoneel ons nog, ook
zien we veel bekende gezichten van zeilers die hier al een paar jaar
overwinteren. Voor ons zit dit vaarseizoen er weer op na 87 reizen en 1963
mijlen. We hebben genoten van Turkije en Griekenland.