maandag 9 juli 2018
Kroatië
4 juni, in Cavtat klaren we in voor Kroatië, kopen een cruising permit en betalen voor een maand toeristenbelasting. Het is druk aan de douanesteiger en moeten met het anker uit achteruit naar de wal afmeren tussen de superjachten. Na aan uurtje hebben we alle instanties afgehandeld en ankeren in een baai aan de andere kant van het schiereiland. De andere ochtend roeien we naar de wal waar we nog wat Kuna’s pinnen en boodschappen doen, het omrekenen naar euro’s is wel even wennen.
Het is zuidwestenwind en we rollen de fok uit op weg naar Dubrovnik. Al gauw nemen de golven toe die weerkaatsen op de steile kust en wordt het een onaangename tocht. We slingeren als een gek heen en weer. Als we eenmaal voorbij Dubrovnik zijn en achter de Elaphiti eilanden zijn wordt het rustiger. In het baaitje van Otok Kolocep vinden we een rustig ankerplekje. Het is een klein en rustig eilandje, de ferry legt er een paar keer per dag aan.
De andere ochtend maken we een wandeling over het eiland, kopen vers brood en varen naar Otok Sipan. Na een smalle doorvaart draaien we de diepe beschutte baai in. Het is een mooi rustig plaatsje waar je prima kunt ankeren en de pizza smaakt prima. Een groot jacht parkeert zijn schip bijna tegen de muur.
Er wordt onweer en buien met windstoten voorspelt, in de jachthaven van Lumbarda op het eiland Korcula vinden we een veilige ligplaats. Vanuit Lumbarda willen we met de bus naar Korcula stad, de bus komt echter niet opdagen en samen met een Engels stel nemen we een taxi. We struinen wat door de smalle steegjes en mede door de regen valt het stadje wat tegen. Vanaf het water ziet het er stadje er leuker uit.
Onderweg naar Otok Scredo krijgen we 25 knopen wind tegen met wit schuim en koppen op de golven. Een ander zeiljacht kruist ertegenin, maar geeft het na een tijdje op. Wij tuffen gestaag door en vinden een plekje in een van de baaien van het eiland. Het is diep om te ankeren en we vieren alle ketting uit. De volgende stop is het toeristische Hvar, we zijn vroeg en vinden een plekje aan een meerboei in de haven van de oude stad. We brengen met de bijboot een lange lijn uit naar de wal. Het is een erg onrustige plek door de vele tripperbootjes die in en uitvaren en de schepen die aan de meerboei afmeren liggen dicht op elkaar. In de oude stad staan mooie huizen en smalle straatjes met een groot centraal plein.
De andere ochtend gooien we de lijnen los en hijsen de zeilen, met een mooie wind zeilen we naar Rogoznica. Onderweg moeten we gijpen en blijft de genuaschoot steken achter de bijboot, die op dek ligt. Even later raken de schoten verward in elkaar en draaien om de trommel. Na een lange worsteling met klapperende zeilen en lijnen krijgen we de boel weer ontrafelt. Rogoznica ligt op een schiereiland en na het hectische Hvar is het hier heerlijk rustig. De komende dagen wordt er een stevige noordwestenwind voorspelt en zetten we koers naar Sibinic om de Krka rivier op te varen. Onderweg komen we Chris en Sue van de Nimrod tegen die we eerder in Sicilië en Turkije hebben ontmoet. Het cruisers wereldje is klein. Over de Krka rivier liggen een paar boogbruggen en passeren we een paar mooie nauwe doorvaarten. We kunnen doorvaren tot Skadrin en meren af in de ACI-marina. De andere ochtend bezoeken we de prachtige watervallen in het Nationaal park.
Na een ankerstop in Vrulje meren we af in Sibinic en vinden eindelijk het felbegeerde internetkaartje voor de tablet. We liggen aan de stadskade vlakbij de kathedraal.
De volgende ochtend varen we naar het eiland Otok Prvic, waar in de haven meerboeien zijn gelegd. In het dorpje is een herdenkingscentrum voor Faust Vrančić . Faust Vrančić (1616) is een Kroatische uitvinder en in zijn boek nieuwe machines heeft hij een schets gepubliceerd van een parachute. Vrančić testte zijn valscherm door van een toren af te springen, wat hij overleefde.
De volgende ochtend vertrekken we vroeg en kunnen meteen zeilen, de wind is vlagerig door de Bora en met dubbel rif en de kluiver halen we 7,5 knoop. Na 25 mijl meren we af aan een meerboei op Otok Pasman waar we bij een eenvoudig restaurantje dorade eten. Het volgende eiland wordt Dugi Otok, er is weinig wind en de zee is vlak. We maken een mooie tocht tussen de vele eilanden door. In Brbinj hebben de Kroaten weer een nieuwe manier van aanleggen bedacht, een meerboei met daaraan bevestigd een lijn naar de wal. Het is wel even opletten dat deze lijn niet in je schroef komt of achter de kiel blijft steken, maar verder is dit een prima systeem. Brbinj was wel erg rustig, zeg maar niks te doen, maar het kleine winkeltje dat alleen ’s-ochtends open is had wel vers brood.
De volgende dag is het weer een vlagerige wind met uitschieters tot 28 knopen en met dubbel rif en de genua halen we net geen 8 knopen. In Ist vinden we een ankerplek, later blijkt de baai vol te liggen met oude moorings. De volgende ochtend gaat gelukkig het anker zonder problemen weer op.
We houden de vaart erin en zeilen naar Mali Losinj, waar we een paar dagen blijven in verband met de slechte weersvoorspelling. In de stadshaven liggen we prima en zien de wedstrijd Kroatië – Argentinië. Na de overwinning op Argentinië is het feest in de stad.
Ondertussen belt Wim met transportbedrijf van de Wetering, we kunnen mee met een retourvracht en maken een afspraak, dat betekent wel dat we de komende week nog even flink pad moeten afleggen om op tijd in de haven van Koper in Slovenië te zijn.
Op weg naar de zuidpunt van Istrië krijgen we nog vlagen tot 24 knopen en ook dit keer doet het dubbel rif en kluiver het prima. Op het open stuk gaan zelfs de zeiljassen en zwemvesten aan. Umag is onze laatste haven in Kroatië, hier eten we nog wat en wisselen onze laatste Kuna’s in voor de vertrouwde euro’s.