Na een week verlaten we zondag 24 juni de ankerbaai van
Pollença. De website is weer bijgewerkt vanaf het terras van het Daina hotel,
waar we inmiddels vaste klant zijn.
De oversteek naar Menorca is 32 mijl, een mooie dagtocht. In
Cala Degollador vlak voor de haveningang van Ciutadella vinden we een ankerplek met
uitzicht op het Castell de Sant Nicolau die al eeuwen de haveningang bewaakt.
Het is 24 juni fiesta
de Sant Joan, het grote jaarlijkse feest van de stad. Steigerende paarden in de
straten en op het Placa Sant Joan vormen het hoogtepunt van dit feest. Het ziet
zwart van de mensen en op het Placa Sant Joan staat het vol met jongeren. Als
er een fluitsignaal klinkt gaat de menigte juichen en wordt er midden in de mensenmassa
een pad vrijgemaakt waar ruiters met hun paarden door galopperen en proberen met
een lans een ring te steken. Als dit lukt gaat iedereen uit z´n dak, gaat de
muziek spelen en laat de ruiter de ring vallen waarna de menigte zich op de
ring stort. Na een fel gevecht wordt degene die de ring heeft weten te
bemachtigen op de schouders naar de overspanning gedragen en hangt de ring weer
terug. Het is een variant op het ringsteken wat we in Zeeland kennen maar hier
gaat het er iets heftiger aan toe.
fiesta de Sant Joan |
fiesta de Sant Joan |
De volgende ochtend bezichtigen we de stad, de
schoonmaakploegen zijn nog vollop bezig de rommel van het feest op te ruimen en
de winkels zijn helaas dicht. In de oude stad treffen we mooie gebouwen en
leuke straatjes en pleinen.
We laten de stad achter ons en gaan de zuidkust van Menorca
verkennen die bekend staat om zijn mooie stranden. In Cala Son Saura laten we
ons anker in het kristalheldere water vallen en zwemmen een rondje om de boot om af te koelen.
Santa Galdana is een prachtige baai met mooie rotspartijen.
Het is er druk met geankerde jachten waardoor we weinig ketting kunnen
uitvieren, Wim inspecteert met zijn
nieuwe duikbril of het anker goed ingegraven is.
We bezoeken Cala Coves met haar prehistorische grotten,
ankeren hier even maar besluiten in de naastgelegen Cala en Porter te
overnachten omdat die wat ruimer is.
De wind gaat naar het zuiden draaien en we besluiten door te
varen naar Mahón, de hoofdplaats van het eiland met haar grote natuurlijke
haven waar je bij alle winden beschut ligt.
Onderweg passeren we nog mooie inhammen en grotten langs de
kust, het is verbazend hoe dicht deze cala´s elkaar opvolgen en steeds weer een
andere vorm hebben.
De haven van Mahón is ooit door de Engelsen gebruikt als
marinebasis, en dat is te zien aan de grote forten die nu dienst doen als
museum. Wij ankeren in Cala Taulera tussen de forten in. Hier ontmoeten we Hans
en Liesbeth van de Kulkuri, een gezellig weerzien.
Als we de stad bezoeken is het 39 graden, iets te veel van
het goede en zeker te warm om een stad te bezichtigen. Iedereen loopt te
puffen. Dat deze stad vroeger een Engelse marinestad was is goed te zien aan de bouwstijl van de historische gebouwen.
Het is al een paar dagen hittegolf en zwemmen is de enige
manier om af te koelen. We zwemmen naar de Kulkuri en drinken daar wat en net
als we terug willen gaan steekt er een bui op en gelijk begint het flink te
waaien. Opeens hectiek, een heleboel jachten slaan van hun anker en het is
opeens chaos. Wij blijven gelukkig goed liggen en moeten alleen een Spaans
schip afduwen. Een catamaran waar niemand aan boord is drijft de baai uit, maar
iedereen is druk met z´n eigen boot. Het schip blijft uiteindelijk hangen in
een bocht en Wim gaat samen met een Engelsman poolshoogte nemen. Het anker
heeft weer gepakt en zo te zien heeft hij geen schade. Later blijkt dat zijn
bijboot die op een strandje lag ook weggewaaid is en ook die moest in
veiligheid gebracht worden. De andere
ochtend komt de eigenaar pas weer terug en kan nog net zien dat z´n boot door
de havenautoriteiten wordt weggesleept. Voor € 123 kan hij hem weer gaan
ophalen. Ons plan was eigenlijk om deze
avond naar de voetbalfinale Spanje-Italië te gaan kijken, maar met deze wind
zien we er maar vanaf en blijven aan boord en luisteren naar de Spaanse radio
en horen zo de Spanjaarden winnen.
Dinsdag 3 juli verlaten we de haven van Mahón , net buiten
de haven ligt een Amerikaans fregat dat zich voorbereidt op hoog bezoek.
Wij varen verder naar Es Grao, een klein vissersplaatsje dat
ligt aan en hoefijzervormige baai met een mooi zandstrand. Wim gaat ´s-morgens
met de bijboot naar de wal vers brood halen. Als er wat lekkers te krijgen is
neemt hij dat meestal mee, vaak zijn er chocoladecroissants te krijgen, ditmaal
heeft hij ensaimada´s gekocht, ze zien er uit als de zeeuwse bolus, niet met
stroop maar met poedersuiker. Het deeg is heel luchtig en ze smaken lekker,
maar een echte Zeeuwse bolus zou ons nog beter smaken.
Addaya ligt aan een smalle diepe inham waar we beschut
kunnen ankeren. Langs het water staan mooie villa´s en vakantiehuizen. Het is
hier erg rustig en we blijven hier een paar dagen.
Inmiddels zijn we ruim twee maanden op de Balearen, een
prachtig vaargebied. Ons plan is om over te steken naar Sardinië, en zullen na
8 maanden Spanje verlaten.
Adios, hasta luego