Het volgende eiland is Sérifos, aan de kade van Livádhi
hebben we een goede ligplaats en ontmoeten Awake en Epissure die ook vanuit
Marina di Ragusa onderweg zijn naar Turkije. Samen met Melanie en Carl van de Thala
huren we een auto om het eiland te verkennen. In deze tijd van het jaar is het
eiland dor en kaal. De Chora (hoofdplaats) met de witte huisjes en kerkjes
steekt fel af tegen de donkere bergen. Het toeristenseizoen loopt al ten einde
en de stranden zijn stil. Onderweg passeren we een ommuurd klooster waar we even
rondkijken. Een monnik wenkt ons, hij pakt de sleutels van de kerk en nodigt
ons uit binnen een kijkje te nemen en hij biedt ons wat gesuikerd snoep aan.
Met een mooi windje zeilen we naar Sifnos en ankeren in
Ormos Vathi. Thala maakt onderweg een paar foto´s van ons.
Er wordt onweer met veel wind uit het zuidwesten voorspelt
en we zoeken een veilige haven. In de haven van Anti Paros liggen we prima. Er
is weinig ruimte en het is ondiep in de haven, maar we zijn het enige jacht. In
de haven van Anti Paros leggen de veerboten aan afkomstig van het eiland
Paros. Het stadje heeft een oude
ommuurde vesting en een gezellige hoofdstraat en natuurlijk staat ook hier weer
een typisch Grieks kerkje.
Het slechte weer waait grotendeels om Anti Paros heen en
beperkt zich tot een klein buitje en een paar windvlagen. Het is de eerste
regen sinds begin juni maar het is niet
genoeg om het zout van ons schip te spoelen.
Nadat de lucht weer geklaard is varen we naar de kleine Cycladen.
Tussen de eilanden ontmoeten we twee marineschepen. In het haventje van
Skinousa liggen al diverse schepen, het oogt niet aantrekkelijk en er loopt een
beetje deining naar binnen, zodoende steken we over naar het eiland Iráklia en
ankeren in de baai van Livadhi waar we rustig liggen. Ook hier zien we weer
bekenden uit Marina di Ragusa, de Rio Luna. Wim zwemt er heen, drinkt een
drankje aan boord, ze hebben geen zwemtrap dus hop plonst weer in het lauwe
water en zwemt weer terug. Weer eens een andere manier om bij de buren op
bezoek te gaan.
Onze volgende bestemming is Amorgos. Eerst zeilen we met een
stevige wind alleen met de kluiver maar dichter bij het eiland zakt de wind in
en liggen we te rollen op de golven. Het laatste stukje gaat de motor aan en
varen we naar de baai van Kalotaritissa voor een lunchstop. In de naastgelegen
inham ligt het wrak van de coaster Olympia die gebruikt is in de film Big Blue.
In de namiddag komen we aan in de haven van Kátapola, de kade
ligt al aardig vol maar een behulpzame Nederlander schuift een beetje op zodat
we er nog mooi tussen kunnen liggen. De andere ochtend moeten we ankerop omdat
onze ketting over de ketting van het Franse jacht naast ons ligt. Hij heeft
zijn anker schuin weg gelegd en bij het anker op gaan zit hun anker achter
andere ankers. Nadat ook deze zijn vertrokken komen ze eindelijk weg. We
ankeren opnieuw en daarna verkennen we het eiland met een auto. Het eiland is ruig
en bergachtig en op het oostelijk deel lopen veel geiten. Het uitzicht is
prachtig. De grote bezienswaardigheid van het eiland is het spierwitte Byzantijnse
klooster Panaghia Chozoviotissa dat tegen de rotsen is gebouwd. Het dateert van
1088. Het hangt als het ware aan de steile rotswand op 300 meter hoogte. We
bezoeken het klooster dat bereikbaar is na een stevige klim. Je moet wel
bedekte kleding dragen en Jacqueline mag er met haar driekwartbroek niet in. De
dames horen namelijk een lange rok of jurk te dragen. Ze hebben wat oude
kleding hangen die oplossing biedt voor dit probleem. Het klooster is binnen
erg klein, je hebt er een prachtig uitzicht over zee en we krijgen zowaar een
drankje aangeboden van de monniken.
Amorgos is het laatste en meest oostelijke eiland van de
Cycladen, we hebben ze niet allemaal gezien. In deze tijd van het jaar zijn ze
kaal en dor, maar ze hebben ieder hun eigen karakter en er zijn volop mooie
ankerplekken en haventjes. De Cycladen zijn berucht om de Meltemi, een
krachtige noordenwind die in de
zomermaanden overheerst. Wij hadden helaas weinig of geen wind en moesten veel op
de motor varen. Typerend voor de Cycladen zijn de witte huizen met blauwe
luiken, de prachtige bougainville, witte kerken met blauwe koepel en de
trapstraatjes. Wellicht kunnen we volgend seizoen nog een paar eilanden
aandoen.
Onze volgende bestemming is Leros, een van de twaalf
Dodecanesos eilanden.