Maandag 7 oktober verlaten we de haven van Palon op weg naar
het eiland Symi. We doen eerst de baai van Panormitis aan. Aan de oever van de
baai staat een mooi klooster en de oevers zijn begroeid met pijnbomen. Het is
er stil met uitzondering van het slaan van de klokkentoren van het klooster.
De volgende ochtend gaan we naar Pethi-baai op Symi waar we afgesproken
hebben met onze vrienden Han en Carla van de Esperanza. Ze hebben de wereld
rondgezeild en het is al drie jaar geleden dat we elkaar voor het laatst zagen.
Het is erg leuk om elkaar hier tegen te komen en we hebben een gezellige avond
bij hun aan boord.
Vanaf Pethi-baai is het een half uur lopen naar Symi-stad. Wat opvalt zijn de kleurrijke herenhuizen met smeedijzeren hekwerken en balkons. Weer heel anders dan de Cycladen. Typisch aan de huizen zijn de driehoekige gevels met de ronde raampjes erin. Er zijn ook diverse werfjes waar nog steeds houten schepen gebouwd worden. Symi is een van de laatste eilanden die we aandoen alvorens we naar Turkije varen, dus vullen we hier de voorraden bier en wijn aan want dat schijnt in Turkije veel duurder te zijn. Alles wordt gratis bezorgd in de baai waar we voor anker liggen en met de bijboot brengt Wim alles aan boord.
We nemen voorlopig weer even afscheid van Han en Carla, we
zien ze later wel weer, en varen naar Rhodos. De haven van Rhodos schijnt erg
druk te zijn en we hebben de tip gekregen een reservering te maken via een
agent. Tien minuten voor aankomst moeten we even bellen en we worden heel
vriendelijk opgevangen door het personeel van de agent. We krijgen een mooi
plekje in de haven met een mooringlijn. Als je hier geen reservering hebt wordt
je weggestuurd en er is geen alternatieve haven in de buurt. Bij de ingang van
de Mandrakihaven staan zuilen met de beroemde hinde en bok, een groot middeleeuws
fort met een vuurtoren erop en op de pier staan drie oude windmolens.
Het is een feest van herkenning want we zijn hier vele jaren
geleden al eerder geweest. We bezoeken de ommuurde oude binnenstad en het kasteel
waar mooie mozaïekvloeren te zien zijn.
Na een paar dagen de toerist uithangen in de drukke stad
Rhodos maken we ons klaar voor een lange tocht naar het eilandje Kastellorizo.
Het is ruim 70 mijl varen en doordat de dagen al korter zijn geworden redden we
dat niet bij daglicht. We willen niet in het donker aankomen en aldus
vertrekken we om twee uur ´s-middags met als plan de volgende ochtend vroeg bij
daglicht de haven van Kastellorizo aan te lopen. Alles verloopt volgens plan en
we hebben een mooie rustige zeiltocht langs de Turkse kust onder een heldere
sterrenhemel. Jacqueline ziet tijdens haar wacht een vallende ster en mag een
wens doen. Om acht uur ´s-ochtends meren we af aan de kade van de haven. We
liggen nog maar net vast of de restauranthouder, die zijn terras aan de kade
heeft, wil dat we weggaan. Een hele
discussie dat we in zijn uitzicht liggen en dat hij de tafeltjes daar neer gaat
zetten etc. We zijn moe en zeggen dat we
gaan slapen. Het is overigens dé plek om aan te meren en we zijn niet de enige
die daar liggen. Later draait hij bij, ook hij is moe na een lang seizoen, maar
voor ons heeft hij afgedaan, we nemen een ander terras voor de lunch.
Kastellorizzo is het laatste Griekse eiland van dit seizoen dus moeten we
uitklaren. Met onze paspoorten, bemanningslijst en scheepspapieren gaan we
langs de douane en havenpolitie. Het uitklaren verloopt vlot en vele stempels
rijker mogen we Griekenland verlaten.
We zijn nu in Finike (Turkije) waar we de komende winter onze
ligplaats hebben.