12 mei vertrekken we uit Marmaris op weg naar Serçe Limani,
een fjordachtige baai met een nauwe ingang waar een archeologisch team een 11de
eeuws Byzantijns wrak heeft geborgen dat nu te zien is in het museum in
het kasteel van Bodrum. Het is hier erg
rustig, we zijn het enige schip dat hier voor anker ligt. Een Turk met een
bootje komt met zijn handeltje langs en probeert wat prullaria te verkopen.
Iedereen wil wat van je in Turkije en probeert wat aan je te verdienen en omdat
hij speciaal voor ons helemaal hier naar toe is geroeid kopen we een potje
honing. ´s Morgens vertrekken we met bestemming Bozburun. De wind is tegen
zodat we moeten kruisen. We tikken bijna Simi aan, een Grieks eiland hier vlak
voor de kust. Bozburun is een klein plaatsje met een grote werf waar mooie
Gulets worden gebouwd. In Bozburun is een jachtclub en in de besloten baai zijn
een paar wedstrijdcatamarans aan het trainen.
Als we de volgende dag vertrekken gaan we via de nauwe
passage bij het eiland Kizil Adasi de baai uit. Jacqueline staat voorop om te
kijken of er rotsen in de weg liggen, langzaam varen we door het ondiepe stukje
in prachtig helder azuurblauw water.
Als we in Keçi Bükü aankomen staan ze bij de steiger van een
restaurantje driftig te zwaaien, het systeem van een gratis ligplaats als je er
komt eten bevalt ons wel. Het restaurant met hotel is pas overgenomen, alles
ziet er netjes uit en het personeel doet zijn uiterste best. Sedat de Turkse ober
komt bij ons zitten en knoopt een praatje aan, hij heeft vier jaar een
Nederlandse vriendin gehad en vindt het leuk om Nederlanders te ontmoeten. Het
is nog niet druk in het voorseizoen dus hij heeft tijd genoeg om te kletsen en
ons te voorzien van gratis drankjes. We blijven er twee dagen en eten er
heerlijk. We krijgen nog een stapeltje brochures mee om Cennet Marine bij onze
vrienden aan te prijzen.
In de baai is een landtong waar diverse bussen stoppen om de toeristen even te laten pootje baden.
pootje baden |
Dit vaargebied is ideaal om te cruisen, je vaart van baaitje
naar baaitje met goed beschutte ankerplekken. In de baai van Selimiye ankeren
we voor het strand. De eerste indruk is dat het een stil plaatsje is, maar we
vergissen ons want het is zaterdag en dan is het wisseldag. De volgende dag is
er een nieuwe lading toeristen aangekomen en zijn de strandstoelen weer
redelijk bezet. In een zijstraatje zien we een eenvoudig Turks eethuisje waar de
plaatselijke bevolking zit te lunchen. Het ruikt erg lekker, we gaan naar
binnen en kunnen kiezen uit een aantal gereedstaande gerechten. We lunchen
voortreffelijk en hoeven maar 8 euro af te rekenen.
We zitten nu achter in de baai van Hisarönü en kruisen met
een mooie wind de baai uit. Onderweg passeren we een bizarre rotsformatie.
In Kuruca Bükü laten we ons anker vallen en gaan we met de
bijboot naar de wal om de omgeving te verkennen. We belanden in een
vakantiepark, het is zondag maar bijna alle vakantiewoningen zijn leeg. Na een
flinke wandeling over de boulevard komen we bij een tentje waar wat meer leven
is en scoren we een biertje met heerlijke kalamaris.
De volgende dag kruisen we weer verder de baai uit, maken
een slag tot aan het Griekse eiland Simi en na een mooie zeildag belanden we in
Datça. Onderweg passeren we nog een gulut onder zeil.
Onze laatste tocht de grote baai van Hisarönü uit ankeren we
in Knidos. Knidos is een antieke stad en is onder meer bekend om het beroemde beeld
van de naakte Aphrodite, de mooiste der godinnen. Het beeld is spoorloos
verdwenen, er zijn alleen nog kopieën te zien in diverse buitenlandse musea. We
liggen midden in een archeologisch park voor anker met rondom de ruïnes van de
oude stad, heel bijzonder.
Er komt wind, we gaan om de punt bij Knidos de baai van
Gekova in. Eerst hebben we een vervelende knobbelige zee zonder wind, maar na
een tijdje krijgen we de beloofde wind. Het grootzeil staat aan bakboord,
vastgezet met een bulletalie, zodat het grootzeil geen klapgijp kan maken en de
kluiver staat aan stuurboord uitgeboomd. De wind trekt aan tot ruim 30 knopen
en we stuiven de baai in.
Na het eilandje ´one tree´ (een boom) gaan we de baai Búyük
Çati in en ankeren er met een lijn achter vastgemaakt aan een boom.
Wim gaat met de bijboot naar de wal. Er liggen een paar
vissersbootjes verder is er niets te beleven. Een perfecte ankerplek midden in
de natuur.
We trekken weer verder de baai in naar een prachtige baai
Degirmen Bükü. In Okluk vinden we een mooie aanlegplaats met gratis douches
(een grote regendouche, heerlijk!), electra en water. Oh ja, het wordt op prijs
gesteld als je er een hapje eet. Er komt een Nederlandse schipper bij onze boot
kijken en hij ziet Medemblik als onze thuishaven. Hij heeft in Medemblik gewoond
en is nu schipper op een mooie Jongert.
Bij de ingang van de baai vinden we een beeldje van een zeemeermin.
Naar het eilandje Sehir Adalari is het maar vijf mijl, op
het eiland staan ruïnes van een oude stad en is bekend om zijn strand Cleopatra
Beach. Het zand zou door de geliefde van Cleopatra vanuit Afrika zijn
verscheept naar dit eiland en uit onderzoek is gebleken dat de structuur van
het zand overeenkomt met de structuur van het Afrikaanse zand. Het strand wordt
dan ook de gehele dag door twee man streng bewaakt. Tussen de ruïnes op het
eiland zien we mooie bloemen, schildpadden en zelfs slangen. De ankerplaats is
een idylisch plekje.
Cleopatra beach |
We vertrekken iets vroeger dan normaal om op de motor de
baai uit te komen naar Cökertme. De heersende wind is tegen en rond de middag
trekt ze stevig aan. Als we halverwege zijn
trekt de wind al stevig aan en onder het zout van het vele buiswater arriveren
we in Cökertme. We worden opgewacht door drie verschillende restauranthouders
die staan te zwaaien om ons te verleiden aan hun steiger af te meren. Vandaag
niet, we gaan zelf koken en ankeren in een baaitje dichtbij. Even later komen
ze met snelle bootjes om beurten hun visitekaartje afgeven.
Onze laatste Turkse haven is Bodrum, een sjieke jachthaven
met sjieke prijzen. We arriveren vroeg en gaan de stad bekijken, waaronder het
kasteel dat bij de ingang van de haven staat.
De volgende ochtend klaren we uit en na vele loketten en de
nodige stempels mogen we vertrekken. We maken onze laatste Lira´s op met boodschappen en een ijsje.