5 November verlaten we Alcoutim en gaan naar Ayamonte. We hebben genoten van de Guadiana rivier een plek die beslist een bezoek waard is, zeker als je van natuur en rust houdt. Ayamonte ligt aan de monding van de Guadiana rivier en we zijn weer in Spanje. We blijven hier maar een nachtje en gaan de volgende dag weer verder. Ons oorspronkelijke plan was om naar Mazagon te varen maar eenmaal onderweg loopt het schip zo lekker dat we besluiten door te gaan naar Chipiona. De windvaan doet het werk en wij houden uitkijk.
Jacqueline, die inmiddels al aardig zeebenen heeft, weet onderweg nog een heerlijke warme maaltijd te bereiden. Als we in Chipiona aankomen is het al donker. De volgende ochtend varen we verder naar Rota.
Rota is een mooi stadje waar de Moorse bouwstijl overheerst. De huizen hebben vaak een binnenpleintje waar het zomers in de schaduw goed toeven is. De kerk en het gemeentehuis, welke in een voormalig kasteel is gehuisvest, zijn erg mooi.
Vanuit Rota gaan we met de bus naar Sevilla, dit is 2 uur rijden. We gaan eerst naar Plaza de España wat vlakbij het busstation is. Het mooie Palacio de España is in een halfronde boog gebouwd en alle 51 provincies van Spanje hebben hier een nis met historische gebeurtenissen op tegeltableaus. De Spanjaarden laten zich fotograferen bij hun eigen provincie, wij kiezen Coruña uit.
Daarna gaan we op zoek naar een hotelletje en vinden een leuk stekje in de voormalige Joodse wijk Santa Cruz. Dit is een leuke oude wijk in het centrum met een wirwar van nauwe straatjes en steegjes, sommige nauwelijks één meter breed. We bezoeken de kathedraal en beklimmen de klokkentoren Giralda (98 meter hoog) van waaruit we een mooi uitzicht hebben over de stad. De kathedraal is gebouwd op de plaats van een 12e eeuwse moskee. Hiervan zijn alleen nog de binnenplaats en de toren overgebleven. De binnenplaats is nu de sfeervolle Patio de los Naranjas (sinaasappelbomen).
Het koninklijk paleis Real Alcázar is prachtig. We zien Moorse decoratiekunst, fijn stucwerk,
tegelwanden, enorme wandtapijten,
mooie patio’s, prachtige gevels en een schitterende tuin en fonteinen.
Je kan er uren ronddwalen. We nemen de tijd om lekker te lunchen en gaan natuurlijk ook nog even naar de bekende winkelstraten Calle Sierpes en Tetouan. We ontdekken ook nog een modern element in de oude stad, de Metropol Parasol. Een hoge paddenstoelenpromenade op Plaza de la Encarnación.
We wandelen naar de rivier, de Guadalquivir, waar de Torre del Oro staat welke onderdeel is van de stadsmuur.
Tenslotte een bezoek aan Casa de Pilatos, een hertogelijke residentie uit de 16e eeuw. Ook daar zien we weer prachtige tegelwanden en bewerkte plafonds in hout en stucwerk. Prachtige Moorse decoratiekunst. Op de verdieping kun je alleen met een gids rondlopen en er mogen geen foto’s worden gemaakt. Wat een rijkdom en een prachtige collectie kostbare schilderijen.
We hebben genoten van Sevilla en er is beslist nog veel meer moois te zien dan je in twee dagen kan doen.