zaterdag 3 augustus 2013

Fiskardo – Zakynthos


Na een paar dagen Fiskardo wordt het weer tijd om verder te trekken. Het gezellige haventje wordt ons na een paar dagen te druk. We moeten steeds ons schip in de gaten houden voor jachten die komen en gaan.

Vuurtoren Fiskardo


In Fiskardo hebben we dan toch eindelijk een passerelle gekocht zodat we achteruit afmerend via de loopplank aan de wal kunnen.

 
 
 

Op het eiland Atokos in One House Bay houden we een lunchstop. We zijn niet de enigen die hier een stop houden om even te zwemmen en lunchen. Het is druk op de ankerplek met haar mooie kliffen.


One house bay





































Na de lunch is er een stevige bries opgestoken en zeilen we heerlijk met een snelheid van 6 tot 7 knopen naar het eiland Kalamos. Dichter bij het eiland krijgen we valwinden tot 30 knopen over ons heen. In de baai van Port Leone laten we ons anker vallen. Port Leone is sinds de aardbeving van 1953 verlaten omdat er sindsdien geen drinkwatervoorziening meer is. Er staan enkel wat vervallen huizen en een kerkje. Het kerkje wordt nog goed onderhouden door de eilandbewoners.



 

 
 
De volgende dag varen we naar het plaatsje Kalamos waar George van de plaatselijke taverna ons op de kade opwacht en helpt bij het aanleggen. George is de officieuze havenmeester die alle bootjes opvangt, hij vraagt geen havengeld maar nodigt je enkel uit iets te komen eten of drinken in zijn restaurant.
 
 
 
 
Vlak naast het eiland Kalamos ligt het eiland Kastos. Het is maar 4 mijl varen. Het haventje van Kastos is klein en we besluiten net voor de haven te ankeren. Het is een erg rustig eiland, er zijn nog maar 25 vaste bewoners zo wordt ons verteld door John, de eigenaar van de taverna Chef John. Vanaf het terras hebben we een schitterend uitzicht.
 



































Vanuit Kastos steken we over naar het vasteland,  naar Astakos. We passeren de Dragonera eilanden, dit gebied is een kraamkamer voor  dolfijnen. En ja hoor, vlak voordat we de eilanden naderen krijgen we bezoek van een paar dolfijnen.

Daar heb je Flipper


Astakos is een badplaats met voornamelijk Griekse vakantiegangers. Op de boulevard is het elke avond een parade van flanerende mensen die langs de bootjes en restaurants op en neer lopen.
We trekken verder zuidwaarts tussen de Dragonera eilanden door en ankeren achter het eiland Petalas, waar een groot binnenwater is. Een prima ankerplek ver van de bewoonde wereld.


Vanuit Petalas steken we weer over naar Ithaca en ankeren in de baai Filiatro met de parasols, waar we al eerder waren. Daarna gaan we onderlangs Ithaca naar het eiland Kefalonia en ankeren voor het strand van Anti-Sami. Een populair strand zowel bij de badgasten als de jachten.
 
 



Het witte jacht  Lady Dee kun je huren voor 150.000 euro p. week
 
 
Het plaatsje Sami doen we aan voor het inslaan van proviand. Sami is een gezellige haven waar je gratis kunt afmeren, er is drinkwater aan de kade, de dieselwagen vult onze dieseltank en we kopen een nieuwe gasfles.  

 







Met pijn in ons hart trekken we verder, de eilanden Ithaca en Kefalonia zijn wat ons betreft twee parels in de Med. We varen naar het eiland Zakynthos, we lopen eerst de baai Ay Nikolaos aan, maar hier is het te onrustig om af te meren, we varen aldus verder naar de haven van de hoofdstad van Zakynthos.  We liggen hier aan de kade die direkt grenst aan de lawaaierige stad. De plaatselijke scheepsagent die tevens het havengeld int regelt voor ons een Dekpa, dit is een Grieks scheepspapier dat alle jachten groter dan 10 meter moeten aanschaffen. We moeten deze ongeveer 1 keer per maand af laten stempelen bij de havenautoriteiten.


 
 

Zakynthos is door de aardbeving van 1953 grotendeels verwoest, bij de wederopbouw zijn de gebouwen weer in Venetiaanse stijl herbouwd. Het is een bruisende stad met veel toeristen die op de mooie stranden afkomen. Het eiland staat bekend om de Caretta Caretta schildpadden, die hier op een van de stranden hun eieren leggen. Inmiddels is het augustus en is het heet, 38 graden.